donderdag 24 april 2014
written by St Paul

You Can Call Me Album. Alamo Race Track – Black Cat John Brown.

In een tijd waarin het album niet altijd meer de aandacht krijgt die het verdient, zowel door consument (shuffle-cultuur) als door artiest (andere prioriteiten), leek het me ergens gedurende het afgelopen jaar van maatschappelijk belang een nieuwe rubriek in het leven te roepen op mijn site. You Can Call Me Album. Ook ik shuffle er op los. Niet alleen binnen de laptop, maar ook in de platenkast. Dat is altijd al zo geweest. Hoe vaak zet ik nou een heel album op? Weinig. Maar de momenten in mijn leven dat ik het wel gedaan heb, zijn cruciaal gebleken.

Ziek bij mijn grote broer op de bank naar Everybody Knows This Is Nowhere luisteren, te moe om iets anders op te zetten, met een levenslange adoratie en de aanschaf van nog vierendertig andere platen van Neil Young tot gevolg. Huiswerk maken met New York van Lou Reed en als het niet lukte Fear Of A Black Planet van Public Enemy. Langs het kanaal naar school fietsen met het debuut van The Stone Roses (kant a) en weer terug met Let Me Come Over van Buffalo Tom (kant b) op de walkman. Mijn eerste vriendinnetje nog mooier vinden dan ze al was door de verheffende nevel die elke ruimte vult wanneer I’m Still In Love With You van Al Green opstaat.

En nog steeds gaat bij ernstige hoofdpijn het album Spirit Of Eden van Talk Talk op de draaitafel. In de roes van het moment dat de paracetamol begint te werken verworden de walvisgeluiden van het drieëntwintig minuten durende openingsnummer, het happen naar klanken van Mark Hollis en woorden als Heaven Bless You When You’re Calm tot geruststellende strelingen van een oermoeder en is er slechts overgave.

Spirit-Of-Eden-cover
Worden er nog albums met een dergelijke impact gemaakt? Jawel, tuurlijk. De laatste jaren hebben Metronomy, Frank Ocean, Temples, Georgiana Starlington of The War On Drugs een zelfde soort rol gespeeld. Maar de trend is veeleer dat bands hun albums wat achteloos afronden. Simpelweg omdat daar het geld niet meer mee te verdienen valt. Zelfs favoriete artiesten als Warm Soda, Schoolboy Q of Unknown Mortal Orchestra stellen hun albums ronduit slordig samen. Omdat dit ergens toch ook een beetje pijn doet, schrijf ik op mijn site in de rubriek You Can Call Me Album geregeld ’track-by-track’ een ode aan een album uit heden of verleden dat niet af te zetten valt en onderwijl levens verandert. Dit ritueel wil ik graag in de muzikale enclave die Perfects.nl heet voortzetten. Na Midnight Marauders van A Tribe Called Quest, The Good Earth van The Feelies, Reflektor van Arcade Fire, Curtis van Curtis Mayfield, Mala van Devendra Banhart, More Songs About Buildings And Food van Talking Heads en Ga Ga Ga Ga Ga van Spoon is het de beurt aan…

alamo

You Can Call Me Album. Alamo Race Track – Black Cat John Brown.

Bijzonder jaloers ben ik. Op Joost van Bellen en zijn stoere roman. Ook ik zie mezelf graag als schrijvende dj. Er is zelfs een boek. Alleen is daar sinds de contractbesprekingen met de uitgeverij geen letter meer bijgekomen. Koude voeten. Faalangst. Er zijn ook brieven. Allen onafgemaakt. Een sollicitatiebrief aan Michel Gondry bijvoorbeeld, waarin ik mezelf ongevraagd aanbied als soundtracksamensteller van zijn prachtige films. Of de brief die nu na lange tijd weer  voor me ligt, gericht aan NME, Mojo Magazine, The Word en Rolling Stone. De brief waarin ik de liefde voor Alamo Race Track probeer te verkopen naar aanleiding van hun toen net verschenen album Black Cat John Brown. Ik begreep maar niet waarom de HMH niet drie keer achter elkaar vol stond voor deze band, accepteerde geen vinger en ging gelijk door naar de hand. Naar de wereld. Wonderwel bleek juist daar een sleutel tot succes te liggen. Alamo zou het goed doen in Frankrijk, Duitsland en (mede door het gebruik van hun muziek in Grey’s Anatomy) zelfs in Amerika. Alleen had dat naar aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niks met mijn nooit verstuurde brief van doen.

Om de piep in zijn oren niet te hoeven horen, viel Joost van Bellen iedere nacht in slaap met National Geographic op de achtegrond, totdat hij alles al wist over ‘het baltsgedrag van de prieelvogel of over orka’s die op het strand van Patagonië zeehondjes van het strand plukken’ en overschakelde naar het Crime Scene Investigation Kanaal. Mijn geneesmiddel tegen tinnitus heette jarenlang Black Cat John Brown. Het album bracht niet alleen bescherming, maar ook inspiratie. Een hele brief of boek heeft het dus nog niet gebracht, maar deze track-by-track is toch maar mooi een feit.

Black Cat John Brown

Hit! Dat dacht ook Miles Kane die dit nummer overduidelijk geleend heeft voor zijn single Don’t Forget Who You Are. Niet dat Alamo Race Track daar ooit iets van terug heeft gezien. Een naar ontlasting geurend zaakje, maar het geeft wel aan in welke orde van grootte je moet denken wanneer de muziek van Alamo Race Track eenmaal op waarde geschat wordt.

Don’t Beat This Dog

Veel meer dan Birds At Home en Unicorn Loves Deer is het album Black Cat John Brown ook een aanslag op het lichaam. De gejaagde ritmes van liedjes als Don’t Beat This Dog veranderen ieder moeras in een dansvloer. Bij elke aanslag van de gitaar of klap op de drums sta je op een andere plek. Van choreografie is geen sprake. Stop-motion is hier de techniek.

Stanley vs Hannah

Een hoogtepunt tijdens de live shows. In gedachten zie ik het hoofd van de toenmalige drummer Guy Bours als een metronoom heen en weer slaan. Ik sta vooraan. In Merleyn Nijmegen. In Rotown Rotterdam. In Hedon Zwolle. In Tivoli Utrecht. Alsof kippenvel gereguleerd wordt via een dimmer gaan de haren weerloos omhoog en omlaag bij aanzwellen en wegzakken van alle oooohhhhs en aaaahhhhs.

Kiss Me Bar

Zanger Ralph Mulder heeft geen dimmer maar een schakelaar. En die staat uit. Geen liefde. Geen romantiek. The end of done affair. Aan de gevel van de Kiss Me Bar in Parijs hangt een neonroze mondje. Er wordt vaak gevochten. Meisjes schreeuwen hard over nog hardere beats, maar Ralph hoort Interpol-gitaren en klapt in zijn handen.

Northern Territory

In Frankrijk geniet Alamo Race Track een ongekende populariteit. Het op internet gretig bekeken La Blogotheque maakt guerilla videos in de openbare ruimte. Ze hebben van Phoenix, Alt J, Foals en Broken Bells tot Arcade Fire alle grote indie bands geschoten. Black Cat John Brown stond op drie in hun album jaarlijst van 2006 en het nummer Northern Territory was favoriet.

My Heart

Niet het meest opvallende nummer van het album. Toch heeft het me met name live altijd gegrepen. Ralph Mulder is een Daryll-Ann fan, een voetballer, een nagelbijter, een rockster, een vogelaar en een twijfelaar. Hij zingt over dieren, personages, streken en situaties. In zijn liedjes en op het podium lijkt hij ongrijpbaar, als een losgelaten vlieger aan de horizon. Toch weerklinkt alle grilligheid middels één heldere echo: my heart, my heart.

The Killing

De songtitel is afgeleid van de gelijknamige film van Stanley Kubrick. Schrijf de dialogen uit en je begrijpt waarom. Neem deze quote van het personage Maurice: “You have not yet learned that in life you have to be like everyone else. The perfect mediocrity; no better, no worse. Individuality is a monster and it must be strangled in its cradle to make our friends feel confident. You know, I have often thought that gangsters and artists are the same in the eyes of the masses. They are admired and hero-worshipped, but there is always present an underlying wish to see them destroyed at the peak of their glory.”

On The Beach
Zou dit dan een knipoog naar On The Beach van Neil Young (het favoriete album van Henk Koorn) zijn? Het klinkt in ieder geval alsof het geïmporteerd is uit sessies voor een heel ander album. Robert Lagendijk vond het klinken als Radiohead zonder het getreur en het gekweel. Ik denk aan John zonder Brown. Meer Lennon.

Lee J Cobb Is Screaming A Lot

Alarms and surprises, please!!! Dit nummer mag namens het vaderland naar buitenaardse levensvormen. Als proeve van wat we allemaal wel niet in onze mars hebben hier op aarde. Elke dansvloer gaat kapot wanneer dit nummer opstaat. Ook wanneer niemand enig benul heeft van wie Lee J Cobb is. Of zelfs wie Alamo Race Track zijn. Een ware hit heeft geen Mega Top Vijftig nodig om zichzelf te openbaren.

http://youtu.be/gd9w-ctjSKQ

Breaker Breaker 1-2
Een meisje zit met haar breaker in de vensterbank. De telefoon gaat. Ze hoort niks. Haar leven bestaat enkel uit yoghurt en aardbeien. Op de achtergrond klinkt Alamo Race Track… Heeft iemand Melkunie al gebeld? Ik zeg Gouden Loekie!

The Open Sea

Op het Haldern Festival van 2008 werd dit nummer opgedragen aan Lukas Podolski en Michael Ballack. Een bezoeker schreef: “Erstaunlich, dass ein Lied, das ich immer als etwas schwächer in Erinnerung hatte, solche Zugkraft entwickeln konnte!” The Open Sea stijgt bij ieder optreden boven zichzelf uit. Gitarist Leonard (Len) Lucius zegt hierover in een interview met 3voor12: ‘Liedjes schrijven is een proces dat in principe nooit af is. Dat is met een plaat ook zo, tot je die laat drukken. Live kun je daar nog maanden aan door werken. Ieder optreden is weer anders.” Dit stemt nieuwsgierig naar hoe Black Cat John Brown had geklonken als het een jaar later was uitgekomen. Of een maand. Een seconde wellicht?

http://youtu.be/YtBjqqno_AQ

The Chocolate Years

Aan het eind van de plaat voel ik mij als luisteraar voor het eerst direct aangesproken. From a life so cold, I’ll take you away with me. Wie nou precies wie moet meenemen weet ik niet, maar we gaan, Alamo Race Track en ik, richting een leven waar we wél chocola van kunnen maken.