Een instant lievelingsalbum wordt niet dagelijks gemaakt. Liefde op het eerste gehoor. Het bestaansrecht van de romanticus. Ik leef weer dankzij de nieuwe plaat van Gruff Rhys. De Welshman (is hier een Nederlands woord voor?) stond aan de wieg van de Britpop met zijn Super Furry Animals, maar waar bands als Oasis al gauw in herhaling vielen, bleef Gruff Rhys zich ontwikkelen. Volgens The Guardian zijn solo-albums ’the spin-off series of rock’, overbodig dus. Gruff is de uitzondering. Zijn albums putten de mogelijkheden van folkmuziek in de 21e eeuw helemaal uit. Met een even grillig als boeiend resultaat. De laatste plaat is dan ineens weer een stuk traditioneler. Helemaal niet erg. Het is het materiaal dat Damon Albarn nu zou zingen als ie even omhoog had gekeken. Nummers als Liberty (Is Where We’ll Be), Lost Tribes (yacht rock!) en de single American Interior zijn de poppareltjes die deze zomer zullen moeten faciliteren. Voorlopig favoriet is The Last Conquistador…