woensdag 21 januari 2015
written by St Paul

A Sentimental Flight To Lowlands Paradise.

Met Grasnapolsky (tip!) en een snufje fantasie staat het festivalseizoen alweer voor de deur. Via Where The Wild Things Are en Motel Mozaique sta je voor je er goed en wel erg in hebt weer elke week met je blokkenschema midden op een eiland, in een bungalowpark, op een grasveld of in een stad. Lowlands is het festival waar ik het vaakst geweest ben. Als bezoeker en als dj. Zestien keer mocht ik er draaien. Herinneringen zijn talrijk: Pop-O-Matic in de Grolsch, Helter Skelter in de India, een hip hop set ná Roni Size en vóór De La Soul in de Bravo, de magische eerste jaren van de Groovetube samen met Leroy Rey en daarnaast natuurlijk als bezoeker het harde rennen van favoriet artiest naar favoriet artiest.

Na elke editie schreef ik een column over alle indrukken en ervaringen. Als teaser richting het nieuwe festivalseizoen heb ik fragmenten uit al die columns samengevoegd en er één virtuele dag van gemaakt. Een soort mash-up van zestien jaar Lowlands ervaringen. Freaks kunnen raden welke passage bij welk jaar hoort. Voorpret is alles. Laat die festivalkriebels maar komen…

koilos.burningman.festival

Het is vrijdag 17 Augustus en ik heb zojuist mijn spullen gepakt voor weer een editie van Lowlands. Het wordt de tiende keer dat ik er mag draaien. Vriend Marco is er traditiegetrouw bij en kan ieder moment voor de deur staan. Ik zap nog wat van reclame naar reclame en verbaas mij over de enorme slechte-slogan-dichtheid op de televisie. ‘Geef leven aan je leven’, ‘Ontdek de Italiaan in jezelf’ en ‘Het beste gewicht is evenwicht’. Het beste gewicht is evenwicht? Het beste paard is een ringbaard! Het beste vak is een regenpak. De beste lever is een meikever. Mijn gedachten dwalen af naar Echte Boter, naar de Postbank, naar Philips… Dan gaat de deurbel. Marco! Okselfris en vol goede moed stappen we in mijn botsautogroene (lees: donkerblauwe) Renault  en glijden richting polder. Ik wil niet de Jack Kerouac en ook niet per se de Abel uithangen, maar het onderweg zijn brengt zo zijn eigen romantiek met zich mee. De wagen volgeladen. In de achteruitkijkspiegel niets dan bagage en blije gezichten. Lowlands begint hier.

De allereerste keer dat ik op het festival mocht draaien was in 1998. Het tafeltjes diploma (naast alle dubbele voetbalplaatjes) vers op zak liep ik richting Alpha, gaf Fatboy Slim een hand en ging draaien. Die hele Lowlands-editie was één lange roes. Niet alleen vanwege mijn eigen debuut, maar ook dankzij de vele muzikale helden die ik daar voor het eerst zag. Supergrass, Beastie Boys, PJ Harvey en Portishead. Waarlijk een paradijs.

LLentree

Inmiddels vertoont het naar Lowlands gaan al bijna trekken van een bezoekje aan de dierentuin. Of het zwembad. Je kent de weg, de voorbereidende handelingen verricht je zonder nadenken en de uitkomst is vertrouwd.

Bij aankomst staan we als altijd even stil bij de vervallen midgetgolfbaan van de medewerkerscamping. Een monument voor hoe het leven ook kan zijn. We weten dat we het goed hebben en lopen richting terrein. Marco gaat naar de perstent. Het toevluchtsoord voor mensen uit de industrie. Festivalkriebels sturen mij meteen richting Band Of Horses. Het eerste versterkte geluid dat ik hoor, is de stem van  Tygo Gernandt: ‘lekker rockeeeeeee’. Zelfs dat kan de pret niet drukken. Band Of Horses breekt harten. ‘I’m yours’ zingt het publiek weemoedig, maar dankbaar terug. Laat dat weekend maar komen.

Niet veel later is het de beurt aan Anouk. Ik merk dat ik zenuwachtig ben. Waarschijnlijk komt het door het plaatjes draaien als voorprogramma bij haar optredens in België en Nederland dat ik hier toch een plaatsvervangende spanning voel. Maar Anouk levert. Als altijd. En ik kan met een gerust hart naar LCD Soundsystem. Een mens is het minst sympathiek wanneer hij iets heel graag wil. Ik wring me naar voren. Het is misschien wel de oudste en meest gênante festivaltruc; bestel twee biertjes en loop om je heen kijkend richting podium. Voor LCD Soundsystem is alles geoorloofd. Ook in de Grolsch klinkt het weer kraak- en kraakhelder. Als het geluid van LCD een vrouw was dan had ik nu vijf kinderen en een goed huwelijk. Handen klappen. Voeten dansen. Het zweet druppelt van het tentdak terug in de glazen. ‘Een 9,5!’ roept iemand van 3voor12. Maar ik ben alweer weg. Zoals dat gaat op de eeuwige doorreis die een festival is.

Belle & Sebastian gaat bijna beginnen. Met een even ernstige als doelgerichte Tom Cruise- frons op het voorhoofd ontwijk ik de in tegengestelde richting struinende festivalgangers. Er kan geen actiefilm of computerspel op tegen het zigzaggend manoeuvreren langs de als een gletsjer voortschrijdende mensenmassa.  Na wat gestrooid te hebben met hier en daar een excuus is de missie geslaagd. Ik sta vooraan. Naast het meisje van de wildwaterbaan.

BS-Lowlands

Belle & Sebastian begint voorzichtig. Zo voorzichtig dat ik er onrustig van word. Het gevoel dat je krijgt als je gaat kijken naar je broertje die in de finale van een belangrijk toernooi staat. Altijd schiet hij er wel een paar in, maar uitgerekend nu lijkt hij niet helemaal bij de les. Ik heb geen broertje, maar Belle & Sebastian zag ik al vele malen. We zijn inmiddels bij het prachtige She’s Losing It beland. Het klinkt allemaal zo zacht dat ik me af begin te vragen of die dj-doofheid nu dan toch echt begonnen is. Vanuit het achterveld schalt het onvermijdelijke concertcliché; ‘Speluhhh!’

Tot overmaat van ramp gooien Stuart en Stevie er ook nog eens een presentatie tegenaan die zo poofy is dat de Scissor Sisters erbij verbleken. Ik hou het niet meer en wil iets doen. Iedereen in de volle Grolschtent persoonlijk gaan uitleggen waarom het eigenlijk heel goed is, lijkt me een beetje veel werk. Dus besluit ik contact te zoeken met de techniek om te vragen of het dan in ieder geval wat harder kan. Precies op dat moment springt zanger Stuart Murdoch in het publiek en is alles anders. Hij vraagt in alle rust aan een meisje om wat mascara bij hem aan te brengen, keert minuten later terug op het podium en tijdens het zeldzaam verstilde Lord Anthony wordt het me duidelijk. Het is hun weg of de snelweg. Door de tekst van Lord Anthony schiet ik vol en ik ben niet de enige.

Anthony, bullied at school
Get your own back,
Now you are cool
Or are you scared?
Bunking off though you are a toff
It’s all gone wrong again,
You’ve got double maths
And the teacher’s got no control
So the boys will run riot,
You will stay quiet
Or you will die

Belle & Sebastian betovert, met een vengeance. Voorzien van een bonkend hart verlaat ik de Grolsch. Misschien komt het door mijn roze bril, maar zelfs de aandacht voor het terrein op deze editie is verbluffend. Elke tien meter ziet er weer anders uit dan de vorige. Lowlands is meer een avonturenpark dan Walibi World ooit zal worden. Ik besluit de randprogrammering te verkennen. Comedy en theater. Niet de eerste twee woorden die op mijn grafsteen zullen staan. Toch mag het aangezicht van drie festivalgangers die naast elkaar met een jurkje over het hoofd op een fietsje zitten tot een hoogtepunt gerekend worden. Ze staren in een kijkdoos en drijven al fietsend de door hun zelf uitgekozen softsexfilm aan.

LowlandsFoto1

In de Magneetbar staat Hanneke Hendrix voor te dragen uit een van haar vele prijswinnende schrijfsels. Ze doet het goed. Heel goed. Ik luister naar nog meer pratende schrijvers en slik mijn eerste paracetamol. Marco voegt zich bij me:

Marco: “Wat is een voordrachtkunstenaar?”
Ik: “Iemand die hardop leest.”
Marco: “Waarom heet het dan kunstenaar?”
Ik: “Goed voorlezen is een kunst op zich.”
Marco: “Dan moeten ze mijn moeder eens boeken.”

Samen lopen we naar Interpol. Interpol! Het eerste nummer is het openingsnummer van de nieuwe plaat. Het geluid is ook hier prachtig en Interpol speelt als altijd de sterren van de hemel. Of nee, uit de hel. ‘You Go Stabbing Yourself In The Neck’. Hoogtepunten zijn Obstacle 1, Not Even Jail, Pioneer To The Falls en het hallucinerende Hands Away. Het liefst wil ik nu ergens hoog in een boom gaan zitten totdat het mijn beurt is om het podium op te klimmen. Ik wil de lading van het concert vast houden. In plaats daarvan schud ik de billen bij MIA. Vals, chaotisch en erg vermakelijk. De spieren zijn los en de veters gestrikt. Rest nog een tent om af te breken. Gelukkig opent de koning van de vuige dansmuziek, Joost van Bellen, het bal der dj’s in de India. Zijn rock ‘n roll benadering van dansmuziek heeft in Nederland een spoor van Joostjes nagelaten maar er is toch echt niemand die het zo overtuigend en in je gezicht doet als hijzelf. Play that punky music loud boy!

joost-van-bellen-

De nacht is begonnen. Spanning loopt op. Nog twee uur, dan is het mijn beurt. Eerst even zien wat Modeselektor doet. Ik sta aan de zijkant van het podium naast de stagemanager en de geluidstechnicus en vraag naar de bekende weg (een afwijking in geval van nervositeit). ‘Weten ze dat ze om half drie moeten stoppen?’, ‘Heb ik dan nog genoeg volume?’, ‘Houden jullie ook zo van The Smiths?’. Modeselektor technoot er lustig op los. Ik staar de tent in als een badmeester over het vijftigmeterbad. Alleen calamiteiten vallen op. Die zijn er niet. Een uniforme kalmte lijkt neergedaald over het publiek. Ik denk aan ongeopende brieven, aan inlogcodes, aan flitspalen, aan deurwaarders. Dan voel ik een harde klap op mijn rug. Het is Marco die bezorgd naar het podium wijst. Modeselektor is klaar!

En ik oogst wat ik zaai
En ik ontwikkel wat ik draai
Pure vreugd is wat ik verschaf
Kom met me dansen op mijn graf

Het is altijd een genot om samen met Leroy Rey te draaien. Hij de koning van de ritmiek en ik, euh, de king of pop. De tent puilt uit. Er worden pannenkoeken gebracht, biertjes gedeeld en schouders geslagen. Meisjes dansen op basboxen. Jongens hangen in het decor. Wij zijn de gelukkige volksmenners en draaien tot half vijf het vuur aan de schenen. Het publiek applaudisseert zingt Spinvis dan. Alles is zo mooi. Ik wil een ieder meenemen naar huis, maar ze zijn alweer weg, door naar de finale van deze Lowlands editie, aangevuld met het publiek van dj Wiekes uit de Grolsch. Leroy en ik zitten op het podium uit te hijgen en zien van een afstand de laatste massa genieten in de Bravo. Boemklatsch deelt geplaatste energiestoten uit en op de achtergrond verdwijnen wat decorstukken van Triomf richting productiekantoor. Denkend aan Utrecht zweef ik even later op mijn natural high richting de 24-uurs tent. Slapen is voor mietjes, hier dansen de eeuwig hongerigen op alles wat er gedraaid wordt. Het is net carnaval. Wanneer ik mezelf om negen uur ’s ochtends ‘nee je hoeft niet naar huis vannacht’ hoor zingen, besluit ik toch maar te gaan.

Goed en wel bij de auto, blijkt ie niet te willen starten. Mijn telefoon is leeg. Vermoeid staar ik naar buiten en zie een jongen met slaapzak richting zijn vrienden lopen. Het is mijn neefje. Fook. Ooit sliep ie op mijn onderarm. Nu heeft hij een geweldig festival achter de rug. Net als ik.

Lowlands, de grootste familie van Nederland.

Paul-en-Fook_02-202x300