Woensdag: How Does It Feel? in Utrecht.
Het optreden van D’Angelo begon veel te laat en onder de maat. Routineus zelfs. Toen ie na het tweede nummer al in Jesus Christ pose de band voor ging stellen, vertrokken langzaamaan de eerste jonge ouders richting oppas. Als een gelukzalige kramp waar je nooit meer vanaf wil, schoot het er tijdens Brown Sugar ineens in. We kregen alsnog de opera die alle vijfsterrenrecensies van voorgaande optredens beloofden. De optredens van D’Angelo vormen niet alleen de culminatie van een persoonlijke odyssee (zie deze online timeline die het voortraject van zijn nieuwe album weergeeft), maar ook een workshop in soul. Nee -beter- R&B. Met als startpunt Jerry Wexler die (toen nog werkend voor Billboard) de term Race Music vervangt door Rhythm & Blues. Van de Genius via de Godfather naar de Black Messiah. En dat in nog geen tweeëneenhalf uur. How does it feel? Groter dan het leven zelf.
https://www.youtube.com/watch?v=08Au6Ufo0Wo
Donderdag: Romeo & Juliet op Pieces Of Tomorrow
Pieces Of Tomorrow is een nieuw initiatief van TivoliVredenburg. Het idee is simpel: klassieke muziek presenteren aan een nieuw publiek zonder aan de inhoud te komen (alleen aan de context). Als host mag ik mij onderhouden met dirigent en orkestleden. Het blijkt voor alle betrokkenen (artiesten én publiek) een totaal nieuwe ervaring. Afgelopen donderdag was de laatste editie van het eerste seizoen. We behandelden de vierde symfonie van Prokofiev. Een symfonie die gedeeltelijk herschreven werd door Prokofiev om Stalin enigszins tevreden te houden. Niet geheel onvoorstelbaar gezien het feit dat een bevriend producer reeds geëxecuteerd was en zijn vrouw voor jaren naar een strafkamp getuurd werd. Prokofiev en Stalin zouden uiteindelijk op precies dezelfde dag sterven. Prokovief woonde in de buurt van het Rode Plein en vanwege alle rituelen rondom de begrafenis van Stalin kon het lichaam van de componist pas na dagen verplaatst worden. Gelukkig bleek de toekomst Prokofiev beter gezind dan de actualteit. Zijn werk is inmiddels cultureel gemeengoed geworden. Op Pieces Of Tomorrow hield ik een kleine spoedcursus. Het aanwezige publiek (dat -na bevraging- in overgrote meerderheid voor het concept bleek te komen en niet zozeer vertrouwd was met het oeuvre van Prokofiev) reageerde op elk audiofragment alsof ik een verzamelcd van de Venga Boys op had gezet. Een en al herkenning. Met name Romeo & Juliet kon op veel respons uit de zaal rekenen.
Vrijdag: Acid Wash op Where The Wild Things Are.
In een voortdurend veranderende muziekcultuur is de zoektocht van een festival nooit ten einde, maar het Where The Wild Things Are festival lijkt met de derde editie wel een aantal juiste snaren gevonden te hebben. De programmering was beter. Het zag er mooier uit. Meer publiek leek gericht voor de muziek te komen. Al deze ontwikkelingen kwamen samen in de gedurfde keuze om Panda Bear te laten afsluiten. Niet de makkelijkste muziek voor de gemiddelde festivalganger en dan gaf hij ook nog eens niet zijn beste optreden. Dat dat niks afdeed aan de sfeer wil wat zeggen. Voor mij zijn Panda Bear en Where The Wild Things Are voor eeuwig aan elkaar verbonden. Het ondansbare Acid Wash was de afsluiter van mijn set op het nieuwe Desperado’s podium. Bij de eerste noten gingen alle armen in de lucht. ‘De momenten waar je het allemaal voor doet’ zou Ron Jans zeggen. Wie ben ik om hem tegen te spreken.
Zaterdag: Lee Hazlewood & Nancy Sinatra in Sportpaleis Antwerpen.
Lee hazlewood schrijft al in de jaren vijftig de meest mooie dingen. Hij beïnvloedt een jonge Phil Spector en is de grootste inspiratiebron voor zijn roemruchte Wall Of Sound. Hazlewood raakt volgens de overlevering gedemotiveerd door de invasie van The Beatles, maar wordt door de platenmaatschappij een paar jaar later op Nancy Sinatra gezet. Dat blijkt voor beiden de gewenste doorstart. Hazlewood raadt Sinatra aan wat lager te zingen en na vele succesloze jaren heeft ze meteen haar eerste hitje So Long, Babe. Het zeldzaam mooi geproduceerde Some Velvet Morning was de laatste plaat die ik draaide voordat Anouk opkwam in Antwerpen. Achttienduizend Belgen hielden de adem in terwijl iconische strijkers in rap tempo elke uithoek van het Sportpaleis vulden.
Zondag: La Grande Bellezza in mijn raam.
Na vier boekingen op rij thuiskomen en te moe zijn om te kunnen slapen. La Grande Bellezza voor de derde keer kijken. Het vervolgens tijdens de aftiteling zowel op mijn televisiescherm als in mijn raam langzaamaan weer dag zien worden. Oh melancholie.
https://www.youtube.com/watch?v=G_2owlRkTjc
Maandag: What She Said in Groningen.
Waar TivoliVredenburg een paar maanden geleden explodeerde tijdens het openingssalvo van The Queen Is Dead en massaal de achtergrond koortjes meezong, gebeurde er in De Oosterpoort helemaal niks bij het optreden van Morrissey. Volgens de meneer naast me had dat alles te maken met de wat stugge Groningers. Dat lijkt me toch iets al te simpel. Maar wat was het dan wel? De hoge ticketprijs maakte dat veel mensen een eventuele tweede keer moesten laten schieten. Het was beduidend rustiger in Groningen. Ook Morrissey zelf begon minder overtuigend en leek voortdurend te zoeken naar begeestering. Het gedwee klappende publiek (‘oh why do you clap?’) hielp daar niet bij. Aan het eind van het concert, tijdens de rituele buiging van alle bandleden richting publiek, bewoog Morrissey enkel het hoofd middels een minzaam knikje. Gelukkig kent elke Morrissey setlist genoeg onverwachte pareltjes. Een beetje als met het verzamelen van voetbalplaatjes hoop je op net dat ene Smiths-nummer dat je hem nooit eerder hoorde zingen. Voor mij was dat dit keer What She Said.
https://www.youtube.com/watch?v=JDaDawR-UaU
Dinsdag: Spoon bij La Blogothèque
De griep. De teleurstelling van een diva. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De ware reden weet alleen de Mozfather zelf, maar Morrissey zei gisteren zijn optreden voor 013 op het laatste moment af. Fans keerden na uren voor de deur gezeten te hebben huiswaarts; de een naar Groesbeek, de ander naar Hamburg of Newcastle. Kilo’s kikkererwten verdwenen in de vriezer. De dj van de afterparty kon thuisblijven en verwerkte zijn teleurstelling met de eeuwige zoektocht naar nieuwe muziek. Achter elke deur gaan tien nieuwe deuren open. Wat een luxe. Tegen de tijd dat Britt Daniel begon te zingen voor La Blogothèque leek Morrissey alweer een leven geleden. Time’s gone inside out.