Didi Hardenberg dealt weer jazz zonder zzzzz. Inclusief bijsluiter-de-luxe.

Enjoy!

Liner notes:

Het idee voor deze playlist is ingegeven door Teus Nobel. Op dit moment door zijn vele (gast)optredens bij DWDD misschien wel Nederlands bekendste jazzmuzikant. Hij postte eerder dit jaar een concert van Wynton Marsalis uit 1982 op zijn Facebook-tijdlijn. Met als reactie: Uit mijn geboortejaar….. This band is on fire. En ik bedacht me toen dat we inderdaad één (jazz)generatie verder zijn.

Toen ik een jaar of 18, 19 was begon ik naar jazz luisteren. Voornamelijk eerst veel fusion, van David Sanborn tot Weather Report. Via onder andere Miles Davis en Wayne Shorter belandde ik bij de ‘echte’ jazz. En natuurlijk ook bij Wynton Marsalis. Om Wynton Marsalis kon je niet heen. Ook ik was onder de indruk van het wonderkind Wynton Marsalis dat destiids iedereen omver blies met zijn ongekende virtuositeit. De trompettist die als tiener met evenveel gemak het trompetconcert van Haydn als hardbop met Art Blakey’s Jazz Messengers speelde.

Met Wynton Marsalis als grote roerganger stond begin jaren tachtig een hele nieuwe lichting jazzmuzikanten op. Muzikanten die niet voortbouwden op de avantgarde en freejazz van eind jaren zestig en de jaren zeventig. Zij grepen terug naar oudere jazzvormen als de bebop en hardbop. Geheel conform het heersende neoconservatisme op dat moment (Reagan-regering enzovoort) waarin oude opvattingen, normen en waarden in ere werden hersteld. In het kielzog van Wynton Marsalis werd er door trompettisten als Terence Blanchard en Wallace Roney, later gevolgd door Roy Hargrove en Nicholas Payton, jazz gespeeld in de traditie van hun grote helden en voorbeelden: Clifford Brown, Freddie Hubbard en Lee Morgan. Aan talent en virtuositeit ontbrak het hen niet. Wel aan vernieuwingsdrang volgens journalisten en de meer vooruitstrevende jazzmuzikanten. Immers, jazz (en de geïmproviseerde muziek) moet volgens hen vernieuwend zijn en niet platgetreden bewandelen.

De beweging van neo-boppers vond in Nederland midden jaren tachtig zijn exponenten in trompettist Jarmo Hoogendijk en tenorsaxofonist Ben van den Dungen. Jarmo Hoogendijk geldt nog steeds als één van de meest getalenteerde trompettisten die de Nederlandse jazz heeft voortgebracht, alhoewel hij om fysieke redenen sinds 2004 geen trompet meer speelt. Net zoals bij Wynton Marsalis in de Verenigde Staten is er na Jarmo Hoogendijk in Nederland een hele generatie en lichting jazztrompettisten opgestaan. To name a few, Angelo Verploegen van The Houdini’s, Rik Mol, Rob van der Wouw, Michael Varekamp, Eric Vloeimans, Kyteman, David Rockefeller van New Cool Collective (heeft zover ik weet nog geen eigen werk), de salsatrompettiste Maite Hontelé en als laatste natuurlijk Teus Nobel.

Om deze playlist niet alleen te beperken tot de VS en Nederland heb ik ook een aantal virtuoze trompettisten uit andere landen opgenomen dat nu in de jazz minstens zo urgent en invloedrijk zijn als de eerdergenoemde. Wat te denken van de weergaloze Frans-Libanese trompettist Ibrahim Maalouf , die middels een aantal indrukwekkende concerten (onder meer op North Sea Jazz) en albums zijn visitekaartje heeft afgegeven. Andere trompettisten in deze playlist zijn Gerard Presencer (Engeland), Till Brönner (Duitsland) en Alex Sipiagin (Rusland)

Last but not least, Teus Nobel. Als jazzliefhebber doet het me deugd dat er nog zoveel talent in Nederland is. Muzikanten met enorm veel gevoel voor traditie (het cliché van het op de schouders van reuzen staan). Zijn laatste album Legacy is ook een eerbetoon aan zijn helden, waarvan een aantal reeds in dit stukje zijn genoemd. Met zijn gastoptredens bij Frazey Ford en Brandon Flowers laat hij zien dat hij zijn muzikale horizon wil verbreden. Openstaan voor andere genres en stromingen is toch wel de basis voor vernieuwing mijns inziens. Ik hoop, maar ben ervan overtuigd, dat er nog vele Teus Nobels zullen volgen.