Perfect Scott Walker. Daar waren we echt aan toe. In 2012 verscheen Scott’s nieuwe album. David Kleijwegt zegt in de begeleidende tekst: “Zucht. En nog een zucht. Een nieuwe Scott Walker. Van die aankondiging krijg ik spontaan een blos op mijn wangen en zweet op mijn handpalmen.” Kortom, we hebben met een echte liefhebber te maken. En daar komen de beste Perfects van. David maakt niet alleen deze geweldige selectie plus serieuze bijsluiter, hij interviewde Scott ook voor Vrij Nederland.
Update:
Scott Walker overleed op maandag 25 maart 2019 op 76-jarige leeftijd. Deze Perfect van David komt uit 2013.
Een nieuwe Scott Walker. Zucht. En nog een zucht. Van zo’n aankondiging krijg ik spontaan een blos op mijn wangen en zweet op mijn handpalmen. Sinds ik op een verloren zondag The Sun Ain’t Gonna Shine (Anymore) op Langs De Lijn hoorde, ben ik een groot bewonderaar van Scott Walker, en dat blijf ik. Niet uit koppigheid of uit plichtsbesef. Het is oprechte liefde. Nog steeds. Ik vind bijvoorbeeld The Day “The Conducator” Died, het slotstuk van het deze week verschenen Bish Bosch, een van de mooiste songs die Walker heeft geschreven. Hoewel song? Het is een verhandeling over de laatste dagen van de Ceausescu’s waarin een multiple choice test zit verwerkt en die eindigt met een versie van ‘Jingle Bells’ (ze werden aan de vooravond van Kerstmis neergeschoten). Begin volgend jaar wordt Walker zeventig, maar hij maakt muziek waarbij de voorhoede van de pop verbleekt. Daarvoor neem ik mijn hoed af.
Maar ook ik besef dat het niet eenvoudig is van de muziek van Scott Walker te houden. Behalve een repertoire dat zwalkt, van zeer obstinaat tot glazuurspringend zoet (en alles wat zich tussen die twee uitersten in bevindt), zijn er meer hindernissen. De lastigste om te nemen is zijn reputatie, die vele malen groter is dan zijn oeuvre en, als je niet goed uitkijkt, het volledig overschaduwt. Want Scott Walker is de Grote Ongrijpbare van de popmuziek.
De kiem voor de mythe van de Grote Ongrijpbare was er al halverwege de jaren zestig, toen de fanclub van de Walker Brothers groter was dan die van de Beatles. Scott Walker was per toeval de blikvanger van de ‘broers’ geworden, maar bleek het podiumlicht niet goed te kunnen verdragen en verschool zich achter zijn eeuwige zonnebril, hetgeen hem alleen maar nog aantrekkelijker maakte. Hij vluchtte een keer tot zo ver als een klooster om aan zijn fans te ontsnappen.
De Walker Brothers waren geen lang leven beschoren. Tegen het einde van de band begon Walker aan een reeks solo-elpees waarmee hij de mythe van de Grote Ongrijpbare bestendigde. Elke plaat die volgde werd indringender en idiosyncratischer en kreeg ook – ik vermoed enig causaal verband – minder succes. Scott 4 flopte zelfs genadeloos. Daarna dronk Walker zich een weg door een fiks aantal plichtmatige platen gevuld met covers, die niet alleen hij zich niet kan herinneren. Zo vlogen de jaren zeventig voorbij. Tot in 1978 Nite Flights kwam, de laatste plaat van de opnieuw opgerichte Walker Brothers, met vier visionaire Scott Walker-composities die de bewondering wekten van velen, onder anderen David Bowie en Brian Eno.
Vervolgens… niets. De Grote Ongrijpbare werd onzichtbaar. Enkele jaren deed hij, zo vertelde hij me tijdens een interview halverwege de jaren negentig, weinig meer dan in de plaatselijke pub andere mensen gadeslaan die darts speelden. Maar met Climate of Hunter uit 1984 begon het tweede deel van de carrière van Scott Walker, waarin de crooner van weleer vervaagde tot een schim en er een heuse avantgardist voor in de plaats kwam. De allereerste zin van Climate of Hunter luidde: This is how you disappear…
De Grote Ongrijpbare. Man die zichzelf minstens tweemaal opnieuw heeft uitgevonden. Om de zoveel tijd komt er een cd van hem uit. Soms duurt het een jaar of tien voordat hij met iets nieuws komt. Optreden doet hij niet. Spreken met de pers doet hij zelden. En als hij dat doet, groeien de raadsels alleen maar in plaats van dat ze worden opgelost. Hij zal Groot en Ongrijpbaar blijven tot het eind, maar wat wel vaststaat is dat het voor Scott Walker een kronkelig pad is geweest naar het jaar 2012, naar Bish Bosch. En zo ongeveer klinkt de soundtrack bij die wonderlijke reis. Een getuigschrift getiteld Een wals voor een dodo:
1. The Walker Brothers – Love Her
Geen van de Walker Brothers heette Walker. En broers waren ze ook niet. Degene die de anderen overtuigde de grote oversteek te maken, was Gary Walker, die overigens verder niet veel bijdroeg aan het succes. Zo verkasten ze in 1964 van zonnig Californië naar druilerig Londen. De flamboyante John Walker zong de eerste single, Pretty Girls Everywhere. Het werd geen hit. Nee, de Walker-saga begon pas echt toen de schuchtere bassist van de band zijn bariton leende aan Love Her. Het was een majestueuze entree voor Scott Walker. Boem paukeslag, een orkest, een dot galm en die stem: het klinkt alsof alle lessen van Phil Spector (voor wie Scott in de States weleens had geklust) waren toegepast. And then some. Deze citroen, want een vrolijke boel was het niet echt, moest kennelijk helemaal worden uitgeknepen. Hoor die oorverdovende stilte na twee minuten. Hoor hoe die strijkers op zeven seconden voor het einde nog eens de hoogte ingaan.
2. The Walker Brothers – The Sun Ain’t Gonna Shine (Anymore)
Mocht Scott Walker overlijden dan staat in de eerste alinea van elk in memorium zeker dit lied. En niet alleen omdat het zijn grootste hit is, ook omdat zijn persoon zo makkelijk is te vereenzelvigen met het nummer (geschreven door Bob Crewe en Bob Gaudio, ook verantwoordelijk voor ‘Can’t Take My Eyes Off Of You’ – dat u het weet). Loneliness is a cloak you wear, zingt Walker op gedragen toon, a deep shade of blue is always there. Het is ‘m natuurlijk ten voeten uit. En die deep shade of blue kleurt ‘m ook nog eens lekker in. Maar wat een briljante song. Nog steeds.
3. The Walker Brothers – Orpheus
De eerste pogingen tot enige compositie van Scott Walker kwamen op de b-kantjes van Walker Brothers-singles terecht. Het was een indertijd bekend procédé. Op die manier was de artiest in kwestie verzekerd van wat extra geld voor de verkoop van zijn platen. En het schaadde zijn reputatie niet, want die b-kantjes draaide toch niemand. Zo leerde Scott Walker het vak. Hij kreeg steeds meer kansen. Op de laatste elpee van de eerste periode van de Walker Brothers, Images, was hij met liefst drie zelfgeschreven songs present. Dit Orpheus (altijd handig om te weten) draagt alles in zich wat zijn hierop volgende soloplaten zo bijzonder zouden maken. De aan- en afzwellende strijkers bijvoorbeeld, het bepaald fijnzinnige gevoel voor melodie en natuurlijk een pijnlijke tekst. In dit geval over een Playboy-achtig type en het lot van zijn prooi dat hij zijn harpoen wil rijgen als een walvis. With a bent and rusty nail. In de apotheose zingt Scott Walker superieur, zoals alleen Scott Walker superieur kan zingen: Remember me, I’ve already forgotten you.
4. Scott Walker – Such A Small Love
Ah. Die aan- en afzwellende strijkers. We zijn aanbeland bij Scott, zijn eerste soloplaat, die een half jaar na Images verscheen. ‘Such A Small Love’ klinkt, in tegenstelling wat de titel wellicht suggereert, groots en meeslepend. Het geluid is even wennen, evenals de onderwerpkeuze. Het decor van de song is een begafenis. In ‘Such A Small Love’ wordt de plechtigheid bezien door de ogen van een jongeman. Met koelheid observeert hij de stortvloed aan tranen van een vrouw, waarvan hij zeker weet dat zij de overledene maar één nacht heeft gekend. You would laugh so loud if you could see us here.
5. Scott Walker – Jackie
Geen verhaal over Scott Walker is compleet zonder de naam Jacques Brel te laten vallen. Persoonlijk vind ik zijn versie van ‘My Death’ mooier, maar dat zou net na ‘Such A Small Love’ wat teveel van het goede zijn. De songs van Brel waren belangrijk voor Walker, en het is niet moeilijk aan te geven hoezeer ze zijn eigen schrijven hebben beïnvloed. Maar ze hadden nog een andere functie op de soloplaten: ze waren injecties van adrenaline tussen de stroom aan verstilde ballads. Zo ook ‘Jackie’, van Scott 2, dat ook in Scott Walkers versie jubelend klinkt.
6. Scott Walker – It’s Raining Today
Ah. Die aan- en afzwellende strijkers. We zijn aanbeland bij Scott 3, zijn derde soloplaat. Maar wat is er in hemelsnaam aan de hand met die strijkers? Ze klinken zo… weird. In No Regrets, het boek met verzamelde essays over Scott Walker dat The Wire eerder dit jaar uitbracht, noteert Derek Walmsley zijn pogingen de toonsoort vast te stellen. Het lukt hem niet. In het hoog zweeft de toonsoort ergens tussen G en Gis; in het laag verschiet het van G naar Gis naar Fis en terug, ‘like a stock market on a bad day.’ ‘It’s Raining Today’ is een song over zijn tienerjaren, liet Scott Walker weten in zijn eigen TV show eind jaren zestig (waarvan alleen de audio bewaard is gebleven). Hij las Jack Kerouac, luisterde naar progressieve jazz, werd van school getrapt en liftte dwars door Amerika en ontmoette naar eigen zeggen ‘veel fantastische mensen.’ En toch regent het vandaag.
7. Scott Walker – 30 Century Man
Eveneens de titel van een door David Bowie geproduceerde documentaire. Minder dan anderhalve minuut lang en geheel akoestisch is het een vreemde eend in de bijt in het repertoire van Scott Walker. En dan zwijgen we nog over de bizarre tekst, over de wens jezelf te laten invriezen. I’ll save my bread and take it with me. Maar je hoort hier wel hoeveel überfan Julian Cope van Walker heeft ‘geleend’. Ieder normaal mens zal het een worst zijn, maar nadat je van ‘30 Century Man’ weet zal Fried nooit meer hetzelfde zijn.
8. Scott Walker – When The World Was Young
Laten we vooral Scott Sings Songs From His T.V. Series niet vergeten, al doet iedereen verder dat wel. De elpee is zelfs nooit op cd verschenen. Walker zingt hier nummers van anderen en die hebben nu eenmaal niet die diepere laag van zijn eigen werk, kortweg dat persoonlijke. Maar hij zingt ze wel uitstekend. Zoals ook ‘When The World Was Young’, een van de songs die op de cd-compilatie Classics & Collectibels terecht is gekomen. Het nummer heet ook wel ‘(Ah, The Apple Trees) When We Were Young’. Andere covers van deze standard zijn van Bing Crosby, Aretha Franklin, Nat King Cole en Frank Sinatra.
9. Scott Walker – The Seventh Seal
We zijn inmiddels gearriveerd bij Scott 4, het alom geprezen meesterwerk (en zijn vijfde soloplaat) dat indertijd niemand kocht. ‘The Seventh Seal’ is niet toevallig tevens de titel van een film van Ingmar Bergman. Scott Walker vertelt eigenlijk het plot, over een ridder die een spelletje schaak met de dood speelt, gewoon na. De speelfilm stamt uit 1957. Het is knap dat Walker twaalf jaar later het verhaal zo gedetailleerd wist te reproduceren. De VHS-tape zou pas zeven jaar later worden geïntroduceerd.
10. Scott Walker – The World’s Strongest Man
Geen idee waarom eigenlijk, maar dit is de Scott Walker-song die het vaakst zomaar in mijn hoofd zit. Onder de douche, tijdens het voetballen, in de trein. Take me back to your warm desire.
11. Scott Walker – Hero Of The War
Een moeder laat trots de medailles van haar zoon zien, de hero of the war uit dit liedje. De kinderen uit de buurt mogen zelfs zijn geweer bewonderen. It’s too bad he can’t shake hands or move his feet, zingt Walker. We zijn precies één couplet bezig. Scott Walker maakt het liedje af met een scat waar een echte jazzcat zich niet voor zou hoeven te schamen. Hier is het de cynische clou van een toch al vrij wrange grap.
12. Scott Walker – The Old Man’s Back Again (Dedicated To The Neo-Stalinist Regime)
De mensen vergeten snel, maar een nummer opdragen aan het Neo-Stalinist Regime was eind jaren zestig een garantie voor succes. Nee, achteraf bezien is het geen wonder dat Scott 4 over het hoofd werd gezien. De muzikale ambities waren te hoog en de ondertoon van de songs te bitter. Maar het resultaat blijft niettemin verbluffend. Zo is ‘The Old Man’ zeldzaam cinematografisch. De funky baspartij (Walker is van huis uit bassist, dat hoor je), de secuur gearrangeerde strijkers en het perfect gecaste mannenkoor, gevoegd bij de ominieuze tekst: dit lijkt geen film, dit ís een film. Je ziet het tafereel voor je. Het nummer lijkt een felle aanklacht tegen zijn generatiegenoten die destijds blind achter het communisme aan liepen.
13. Scott Walker – ‘Til The Band Comes In
‘Til The Band Comes In – in feite Scott 5 – heeft ten onrechte een slechte naam. Daar zijn diverse redenen voor aan te voeren. De vijf covers waarmee de plaat afsluit is er één. Het feit dat Walkers toenmalige manager Ady Semel aan alle eigen liedjes ‘meeschreef’, een ander. En dat Semels protegée Esther Ofarim één van die songs, ‘Long About Now’, zong was ook geen pre. Maar op de beste momenten is ‘Til The Band Comes In werkelijk fantastisch. Zoals de titelsong bijvoorbeeld begint alleen al. Here – kleine stilte – on the outskirts of life…
14. Scott Walker – Time Operator
Het kleine krasje op zijn stem maakt ‘Time Operator’ speciaal. Alsof deze song Scott Walker zelf meer doet dan zijn andere. Is dit dan een zelfportret? De ik-figuur uit het lied is een eenzame man die, alleen thuis, dronken, de tijd opbelt om maar een vrouwelijke stem te horen. De conversatie die volgt, is noodzakelijkerwijs nogal eenzijdig. I don’t care if you’re ugly. ‘Cos here with the lights out I couldn’t see. You just picture Paul Newman – and girl, he looks a lot like me.
15. The Walker Brothers – No Regrets
De eerste single van de – uit geldgebrek – heropgerichte Walker Brothers was meteen raak. ‘No Regrets’ is misschien het meest pure popmoment uit de carrière van Scott Walker. Al zou ik er wat voor geven, mocht ik die nare gitaarsolo kunnen skippen die op vier minuten begint.
16. The Walker Brothers – Nite Flights
Twee jaar later wisten de Walker Brothers dat het einde van de groep nabij was. Platenmaatschappij GTO bevond zich op de rand van faillissement, dus besloten ze eindelijk eens muziek te maken die zij wilden. Geen covers meer, geen vergeefse pogingen die hitaprade te bereiken, nee, zelf schrijven. En natuurlijk leverde Scott Walker de vier beste songs aan, waaronder het geweldige titelnummer. Die baslijn. Damn. Had ik al vermeld dat Scott Walker van huis uit bassist is?
17. The Walker Brothers – The Electrician
Het belangrijkste nummer van allemaal voor Scott Walker. ‘The Electrician’ markeert de breuk met het verleden. Het is het vergezicht op zijn toekomst. ‘Een politieke song’, zegt Walker zelf. En wat voor een. Uitgangspunt zijn de (Amerikaanse) martelpraktijken in Zuid-Amerika. In ‘The Electrician’ wisselen dader en slachtoffer elkaar af, terwijl de muziek de verhaallijn subtiel maar dwingend accentueert. Logisch dat David Bowie en Brian Eno hier als een blok voor vielen.
18. Scott Walker – Blanket Roll Blues
Tientallen films heeft Scott Walker naar verluidt moeten doorkijken (de VHS bestond nu gelukkig al wel) voordat hij vond wat hij zocht: dat ene nummer met tekst van Tennessee Williams dat door Marlon Brando wordt gezongen. In The Fugitive Kind uit 1959, zo bleek.
19. Scott Walker – Farmer In The City
De mooiste song van de Scott Walker van na de breuk, tevens openingsnummer van Tilt. Aanleiding voor ‘Farmer In The City’ waren de laatste momenten van het leven van de Italiaanse regisseur Pier Paulo Passolini, die stierf nadat hij herhaaldelijk was overreden door zijn eigen auto. Achter het stuur zat een mannelijke prostituee die hij had betaald om hem gezelschap te houden. Scott Walker klinkt in ‘Farmer In The City’ totaal anders dan voorheen. Hoger, schriller. Dit is het onversneden geluid van de wanhoop.
20. Scott Walker – The Escape
En dit is het geluid van Scott Walker nu. You and me against the world: probeer het maar eens uit je hoofd te krijgen als je het eenmaal hebt gehoord. En wat gebeurt daar op vier minuten en tien seconden? O, dat is Scott Walker die Bugs Bunny nadoet. Maar het bekende stopwoordje van het konijn – What’s up, Doc? – klinkt hier dood- en doodeng.
21. Scott Walker – A Lover Loves
We zijn er. Dit was De wals voor een dodo. Het laatste woord is aan Scott Walker. Een gefluisterd escape.