Ja, Brown Sugar en Sympathy for the Devil, die kennen we allemaal. Maar het ultra-Britse Cool, Calm & Collected? Of de funky workout Everything’s Turning to Gold? Vissen naar onbekende parels of ‘nuggets’ op albums van de Rolling Stones is een prettig tijdverdrijf. Op vrijwel elke langspeler schijnt ergens wel een diamantje dat nooit op een greatest hits compilatie voorkomt of op een van de officiële live-albums staat. Straks, op Pinkpop of Roskilde zullen geen van de hier geselecteerde nummers voorbij komen. Helaas. Enfin. Guuzbourg is onze nugget dealer, hij stapt op z’n brommertje en brengt het als je het nodig hebt…vroem!

Enjoy!

Liner notes:
Ik heb enkel nummers gekozen die door de Stones zelf geschreven zijn. Ik heb nog getwijfeld over Flight 505 van Aftermath uit 1966, het eerste album waarop de covers in de minderheid zijn, maar uiteindelijk is Cool, Calm en Collected (van Between the Buttons, 1967) toch de oudste ‘nugget’ geworden. Daarna heb ik geprobeerd op elk album een parel te vinden. Ik heb het aantal door Keith Richards gezongen nummers beperkt gehouden – het veel geroemde Thru & Thru (wat ondermeer voorkomt in The Sopranos) vond ik uiteindelijk toch niet sterk genoeg. Bridges to Babylon is imho een heel matig album en ook Continental Drift van Steel Wheels heeft de cut uiteindelijk toch niet gehaald.

Deze zestien zalmneusjes wel:

Citadel (van Their Satanic Majesties’ Request, 1967)

TSMR is het meest psychedelische album van The Stones, het album waarop de nuggets de hit (She’s A Rainbow) veruit overtreffen. Citadel heb ik leren kennen toen ik in de 80s een cover ervan hoorde door doemwave-band Comsat Angels. Het leunt op een smerige riff en een hoop, soms overstuurde effecten.

Everything is Turning To Gold (van Sucking in the Seventies, 1980, b-kant van de single Shattered)

Een ge-wel-dige funk workout, met stuwend gitaarwerk en lekker vettig koper. Klinkt als een jam die er in één keer uit werd gegooid.

Sway (van Sticky Fingers, 1971)

Misschien wel de bekendste onbekende parel van The Stones, afkomstig van een van de sterkste albums van de band. Die piano, die gitaar, The Black Crowes zouden nog steeds een moord doen voor een song als deze.

Fingerprint File (van It’s Only Rock ’n Roll, 1974)
Nog zo’n lekkere losse funky track, die zomaar ineens opduikt op It’s Only Rock ’n Roll. Misschien wel de beste funktrack van de Stones.

No Spare Parts (van Some Girls, 1978)

Dit soort beans-and-fatback country hebben de Stones veel gemaakt, Mick klinkt alsof zijn wieg ergens in tussen de katoenvelden van Alabama stond, en niet in Dartford, Kent.

Let it Loose (van Exile on Main Street, 1972)

Over Beans and Fatback gesproken, lieve Onno, zouden jij en Paul Willemsen je eens over deze parel willen ontfermen? Lijkt me heerlijk.

100 Years Ago (van Goats Head Soup, 1973)

Deze kent u ook al van mijn Perfect Billy Preston playlist, want de opperkrullenbol gaat hier een lekker potje los op den elektrieken piano.

Cool, Calm & Collected (van Between the Buttons, 1967)
Soms doet Mick alsof hij een hick uit de delta is, hier doet hij alsof hij Ray Davies is. Met succes, well-respected zelfs.

This Place is Empty (van A Bigger Bang, 2005)

Zingen kan Keith natuurlijk niet, maar hij doet dat af en toe wel. In deze hele fijne lege-bar-ballade is zijn bibberende gebrom heel functioneel.

One Hit (to the Body) (van Dirty Work, 1986)

Je zou zeggen dat Keith Richards geen hulp nodig heeft bij een gitaarsolo. Voor deze vuige soulrock track nam echter Jimmy Page de honneurs waar. De manier waarop Mick hier zingt doet me denken aan de omschrijving die Volkskrant-columnist Bert Wagendorp recent nog van de Stones-zanger gaf: als een nerveuze fazant.

Through the Lonely Nights (b-kant van It’s Only Rock ’n Roll But I Like It, 1974)

Bij dat intro denk je aan aan Fool to Cry, of Memory Motel. Deze is beter.

Hand of Fate (van Black And Blue, 1976)

Vuig midtempo rockertje wat bij iedere luisterbeurt beter wordt.

2000 Lightyears from Home (van Their Satanic Majesties’ Request, 1967)

Onaardser dan dit zult u het niet vinden in de Stones catalogus. Was ooit een single, maar nimmer een hit. Ook zonder vloeistofdia zo geestverruimend geweldig dat ik mijn eigen regel ‘Slechts Een Nummer Per Album’ wel moest breken.

Dear Doctor (van Beggars Banquet, 1968)

Lang had ik Jig-Saw Puzzle van BB op mijn lijstje staan, maar op het laatste moment sneuvelde die toch voor deze akoestische country-ballade.

Child of the Moon (b-kant van Jumpin Jack Flash, 1968)
The Stones die muziek maken bij een Italiaanse giallo-horror film?! Lees dit: http://www.mojo4music.com/11843/rolling-stones-child-moon/.

Too Much Blood (van Undercover, 1983)

Een persoonlijke favoriet, afkomstig van een album waarop het bloed sowieso al tussen de groeven druipt. Je hoort hier heel duidelijk de invloed van reggae-tandem Sly Dunbar en Robbie Shakespeare, die ’t volgens mij ook inspeelden. Heerlijk ook dat Engelse geknauw van Mick: ‘Oh no, don’t saw off me leg’.
– Guuzbourg