Richard Swift? Richard Swift! De man achter o.a. Damien Jurado en Foxygen. Minder bekend zijn de steengoede pianoballads, de dansbare rock ’n roll en de melancholische popsongs die hij zelf uitbracht. Een Perfect ter introductie en als warme aanbeveling voor zijn werk als singer-songwriter én producer.

Enjoy!

Liner notes:

Deze week kwamen Brothers and Sisters of the Eternal Son uit, de elfde plaat van de inmiddels ook in Nederland omarmde singer-songwriter Damien Jurado. Toch kennen de meeste liefhebbers hem pas sinds zijn negende plaat Saint Bartlett, waarvoor hij Richard Swift inschakelde als producer. Dezelfde Swift die afgelopen jaar het succesvolle Foxygen van een passend geluid voorzag en op dit moment Hamilton Leithauser (The Walkmen) in zijn studio heeft. Behalve een goed oor heeft Swift ook een goede pen en een goede stem, getuige het sterke en vooral gevarieerde (maar veel te onbekende) oeuvre dat hij als solo-artiest heeft opgebouwd op kwaliteitslabel Secretly Canadian. In deze Perfect-playlist een dwarsdoorsnede van het hele palet van producer en muzikant Richard Swift: van psychedelica en melancholische popsongs tot rauwe rock ’n roll en pianoballads!

Swift strooit op zijn eerste E.P.’s (2001-2003) vooral met pure liedjes, waarbij hij net zo dicht aanschurkt tegen de kitsch van Burt Bacharach als het solowerk van Paul McCartney. Over de arrangementen en productie is stiekem ook al heel goed nagedacht; liedjes als As I Go en The Novelist hadden uit willekeurig elk jaar van de afgelopen vijf decennia kunnen komen.

Opvolger Dressed Up For The Letdown past, hoewel iets meer aangekleed, in datzelfde straatje, met Kisses For The Misses als slimste popliedje. Maar Swift toont zich een ware kameleon in de releases die daar omheen verschijnen; Richard Swift As Onasis is een dubbelalbum met rauwe blues en rock ‘n roll en Instrumenst of Science & Technology een experimentele electronicaplaat. Weer uit een ander vaatje tapt hij op zijn laatste E.P. Walt Wolfman; her en der klinkt de psychedelica door waarmee Swift ook Jurado bedient (MG 333) maar de plaat kan ook prima dienen als de soundtrack voor het dronken laatste uurtje van een intiem huisfeest “dancing with a cocktail glass in your grip until your shoes are soaked in booze.”

 Veel van wat Richard Swift kan komt samen op The Atlantic Ocean (2009); de titeltrack swingt, in Lady Luck perst hij alle soul uit zijn falsetto en met The End Of An Age legt hij een even achteloze als slepende ballad neer. Onderschatte plaat, constateerde ook Swift zelf twee weken geleden op Twitter: “Whoever wrote The Atlantic Ocean review for Pitchfork (6.3 – red.) is just silly. I’m listening now for the first time in years, and it’s a great record.”.

Dat miskende komt ook terug in de teksten van Swift, die zich bevinden in de donkere hoekjes van de melancholie (Million Dollar Baby), maar wel met de nodige ironie en zelfspot. Zoals in Artist & Repertoire, waar hij zijn eigen A&R-manager speelt: “We’re sorry Mr. Swift / but there’s no radio / that likes to play the songs / of your lover’s sorrow.”

 De laatste vier jaar heeft Swift vooral naam gemaakt als producer van een paar goed ontvangen albums. De werkwijze in zijn National Freedom studios is al goed herkenbaar, of je nou luistert naar het onbekendere The Mynabirds of een sessie met The Shins (waar hij ook zelf in speelt). En onderschat Swift’s aandeel in de succesvolle platen van Damien Jurado en Foxygen niet; voor Saint Bartlett had Jurado – ondanks zijn goede liedjes – moeite om zich te onderscheiden van andere Amerikaanse singer-songwriters, en tegenover iedere 5 sterren-recensie van een Foxygen-album staat een slecht ontvangen liveconcert van dezelfde band. Wie weet kan Swift’s A&R-manager daar op bouwen bij een volgende plaat en krijgt ook Swift’s solowerk de aandacht die het verdient.

Rens van den Boogaard

 P.S. Als de Spotify-lijst naar meer smaakt kun je ook nog Soundcloud afstruinen, voor bijvoorbeeld de E.P. die Richard Swift maakte met Jessie Baylin, het nummer dat hij opnam met een gebroken vinger, of de mixtapes die hij sporadisch fabriceert in de stijl van Walt Wolfman, voor mensen die in klein gezelschap met een glas whisky door hun huiskamer willen dansen.