Een Perfect Punk met punk die gemaakt werd toen het nog niet helemaal duidelijk was wat the f*ck punk nou was. Meer de attitude dan de sjabloon-stroming die het later toch wel werd. Of misschien was het nog steeds te gek, maar de shock & awe was een beetje over. Deze Perfect zit vol muziek die die attitude wél had, het spat er vanaf. Enjoy!

Liner notes:

Vermoedelijk geldt het voor alle genres, maar op de afdeling punk kun je wel tien Perfects samenstellen. Old school. Hardcore. Skate. Pop punk. Anarcho. Emo (de Fugazi/Rites of Spring-variant, bedoel ik). Garage. Oi! Want punk is net metal: een stam die zich eindeloos blijft vertakken en steeds opnieuw vrucht draagt. Ik had uiteraard van al die loten de rijpste (of in dit specifieke geval: de rotste) kunnen plukken om die in een muzikaal fruitmandje aan te bieden. In plaats daarvan koos ik voor een Perfect Punk-lijstje waarin nummers voorkomen die goed beschouwd helemaal niet als punk gekwalificeerd kunnen worden. Omdat de beste punk vaak geen punk is. Omdat punk nu eenmaal het leukst was toen het nog niet was ingekaderd.

Vóór in 1976 de eerste berichten over de Sex Pistols naar buiten sijpelden, dook het woord punk of punk rock al op in vooral de Amerikaanse muziekpers. In Creem, de alternatieve tegenhanger van Rolling Stone, werd het in ’74 al gemunt. Het blad riep good old Alice Cooper destijds al tot ‘punk van het jaar’ uit en toen onze Bruce nog een Bruceje was moest ook Springsteen aan die kwalificatie geloven. Een jaar later verscheen het eerste nummer van het legendarische Punk Magazine. Dat schreef over de bands die in de al even legendarische  New Yorkse club CBGB’s speelden: Ramones, Patti Smith, Blondie, maar evengoed over oudgedienden als Iggy Pop en Lou Reed. Zij stonden niet in het magazine omdat ze punk waren maar werden punk genoemd omdat ze in het gelijknamige magazine stonden.

Ook in Engeland was er verwarring. In navolging van de Sex Pistols werden er talloze bands opgericht die het punkvaandel voerden. Tegelijkertijd waren er oude pubrockers die aanhaakten om een graantje mee te pikken.

Zo kwam het dat in de jaren ‘76/’77 grote verwarring bestond over wat dat punk nou was. Terwijl het gedefinieerd werd door wat het niet was. Langdradig. Pretentieus. Behaagziek. Hippie. Serieus. Humorloos. Zolang het aan die kenmerken niet voldeed, konden in punk gedurende de eerste paar jaar duizend bloemen bloeien (vooruit: verwelken). De rudimentaire kettingzaagrock van de Ramones naast hogeschoolpop van Elvis Costello. Het bikers machismo van the Stranglers naast Rrriot Girls avant la lettre als the Slits en X-Ray Spex. De New Yorkse heroïne sleaze van Johnny Thunders naast de frisgeboende puberromantiek van the Undertones. De rockster-in-wording Billy Idol naast gedoemde lulletjes rozenwater als Johnny Moped en Jilted John.

Veel van mijn Perfect-lijst zal door de gemiddelde 16-jarige Green Day-fan niet als punk worden herkend, omdat het 37 fucking jaar na dato niet voldoet aan het eh… template dat de Pistols verpersoonlijkten. Daar staat tegenover dat de verwondering, verwarring en opwinding van het punkjaar ’77 door zelfs de beste revivalband (lees: Rancid) niet te reproduceren zijn. Allemaal: “Here they come, la la la la laaaaa la, the part time punks…”