Op 18 november komt het Franse covercollectief Nouvelle Vague naar TivoliVredenburg, aanleiding om eens te duiken in leven en werken van Marc Collin. Samen met Olivier Libaux is Collin het muzikale brein achter Nouvelle Vague, waarmee hij tevens een van de beste baantjes ter wereld heeft. Je mogen omringen met zangeressen als Elodie Frégé, Marina Celeste, Melanie Pain, Vanessa Paradis en Yasmine Hamdan, die er uit zien zoals hun namen doen vermoeden, is alles behalve een straf lijkt me.
Terugluisterend naar producties en favorieten van Collin kun je constateren dat hij altijd al een voorliefde voor zwoel en broeierig heeft gehad. Goed, de covers die Nouvelle Vague zingt werden gemaakt door zijn favoriete doemerige new wave bands, maar vroege projecten als Dirty Jesus en Suburbia, klonken al warm en pluizig.
Collin was begin jaren negentig ook zwaar onder de indruk van Massive Attack en de Bristol-sound, wat onder meer culmineerde in coverproject Bristol. Maar in 1996 overzag hij het album van Ollano, waarin de triphopsound een Franse slag mee kreeg. Nog altijd een van mijn meest favoriete zuchtmeisjesplaten. Over coverprojecten gesproken, in Hollywood Mon Amour kon Collin zijn filmmuziekpassie kwijt, zelf maakte hij muziek bij echte en gedroomde films (als Two for the Road, helaas niet op Spotify).
A propos, zuchtmeisjes, op de LateNightTales-compilatie die Collin namens Nouvelle Vague samenstelde, staat een track van een zangeres die de moeder aller zuchtmeisjes genoemd mag worden, jazz-zangeres Julie London. ‘Lonely Girl’ is dus géén Collin-productie. Maar had het best kunnen zijn.
En die Queens of the Stone Age-cover? Die wordt gezongen door vaste Nouvelle Vague-waarde Melanie Pain, op een album vol Qotsa-covers met Collin’s compaan Libaux achter de knoppen.
Afspraak 18 november, links vooraan in TivoliVredenburg?
- Guuzbourg