Hier zijn wij dus een sukkel voor, voor dit soort tunes. Iedereen quasi laks kijken, iedereen dansen (als er ruimte en tijd is), iedereen meezingen (ook als je de tekst half wel/niet kent), iedereen balen dat ie geen Fred Perry polo aan heeft. Prima erfenis, qua mod-zijn. Jerry Goossens maakt ‘m én hij maakt ons blij.

Enjoy!

Kijktip: Les Mods. Top Franse sixties-docu (pas de paniek: mét Engelse ondertitels) en die laat zien dat ‘het’ allemaal begon met Mods: drugs, illegale feesten en muziek.

Liner notes:

Een jaar of twintig geleden was ik in de Oude Zaal van de Melkweg getuige van een even absurd als ontnuchterend tafereel. Die avond speelden The Skatalites, de eminences grise van de Jamaïcaanse ska: gedistingeerde heren (en één dame) op leeftijd die in de vroege jaren zestig het fundament legden voor alle reggae-georiënteerde muziek. Iconen. Zwarte iconen. Negers, zouden we vroeger zeggen. Dat is in dit geval een belangwekkend detail, omdat de eerste rij voor het podium bezet werd gehouden door een roedel deegkleurige skinheads die de band op de Hitlergroet trakteerde. Niet om de Skatalites te beledigen maar uit enthousiasme. Skinheads houden (hielden?) van ska.

Om die idiote paradox te begrijpen, moeten we terug naar de jaren zestig. Naar mod, om precies te zijn. In Nederland kennen we die stroming eigenlijk alleen in de neo-variant. Van jongens en meisjes die zich kleden alsof de klok in 1964 is vastgelopen, terwijl ze dat decennium hooguit kennen van de super-8-filmpjes die vader eens per jaar op een laken in de huiskamer projecteerde. Daardoor lijkt het een even curieuze als marginale stroming. Maar mod was de eerste pop-gerelateerde subcultuur van Europese origine en de bakermat van alles wat tegenwoordig voor Britpop doorgaat.

Bij voorkeur gekleed in maatpakken naar Italiaanse snit, dansten mods in de vroege jaren zestig op zwarte rhythm & blues van Amerikaanse makelij. Dat muzikale palet werd later aangevuld met bands van eigen bodem –The Who!- en –daar hebben het- authentieke Jamaïcaanse ska. Mod zou nog decennia z’n stempel op Engelse popmuziek drukken. David Bowie begon als mod, net als Marc Bolan en Rod ‘the Mod’ Stewart. The Who inspireerde The Jam en een hele generatie neo-modbands. Two Tone-ska (Specials, Selecter) en zelfs punk was schatplichtig aan mod. In navolging van Sham 69 ontstond er eind ’70 een nieuwe lichting punkbands (Cockney Rejects, Angelic Upstarts) die verwant was aan de tweede generatie skinheads. De eerste skinheads, eind ’60, waren directe nazaten van de mods; a-politiek en verzot op zwarte R&B en ska. Dat een deel van hún erfgenamen zich een decennium later zou laten strikken door neo-nazi’s, is de onvermijdelijke keerzijde van dit verhaal en de verklaring voor die siegheilende halvegaren bij the Skatalites.

Maar laten we daar vooral niet al te lang bij stilstaan. Want mod zit in de haarvaten van de Britse (indie)pop, die nog altijd gedefinieerd wordt door de getijdenstroom van Amerikaanse en Caraïbische invloeden in de Engelse muziek. At the discotheque, hey hey hey!  

 -Ter nagedachtenis aan Michel ‘de Gristenmod’ Terstegen (1961-2011). Gone but not forgotten.- 

Jerry Goossens