Twee soloplaten pas, en dan al een Perfect Marlon Williams?! Jazeker, omdat de ‘Maori Elvis’ inmiddels een behoorlijke discografie heeft opgebouwd. En omdat meer, veel meer mensen hem zouden moeten kennen. Guuzbourg, take it away:
Wie ‘Blue Velvet’ heeft gezien, weet hoe donker en dreigend een, op het eerste oor, tamelijk onschuldig liedje als ‘In Dreams’ van Roy Orbison kan klinken. Als het maar onder de juiste, smeulende scène wordt gezet. ‘Make Way for Love’, titelnummer van de tweede plaat van Marlon Williams (31-12-1990), heeft ook zo’n sfeer. Die kopstem, dat galmende koortje, die plukbas, het lijkt zo mierzoet. Zo moeder-in-een-bloemenjurk-en kanten-schort, zo wit punthek, zo appeltaartgeur. Zo druipend bloed van de trap ook. Of, als je de tekst met een dirty mind uitlegt, zo harde neuksex dat de kalk van de muren stuift.
Zoiets moet in een keer binnenkomen, eigenlijk. Dat gevoel. Die knipogen naar Orbison, naar Cash, naar Glen Campbell. Bewuste kitsch, met gothic ondertoon. En zo gemeend als maar kan.
‘Make Way for Love’ is een break-up plaat, de relatie met Aldous (Hannah) Harding is over. Zij is ook een singer-songwriter, komt ook uit Nieuw-Zeeland, ze zingen samen het hartbrekend mooie ‘Nobody Gets What They Want Anymore’. De eerste single van de plaat, waarop Aldous eerder is te horen dan Marlon. Ze zongen het niet in dezelfde studio, maar met zowat een halve wereldbol ertussen. ‘I know the shame I’ve waste it all on someone else’s time’, mijn god, hoe diep snijdt de pijn dan, als je dat samen met je ex kunt zingen?
Marlon, ‘the Maori Elvis’ want behept met genen van de oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Zeeland, begon in een kerkkoor in Christchurch. Als 17-jarige richtte hij zijn eerste band op, the Unfaithful Ways. Waarmee hij muziek maakte die refereerde aan de Dylan- en Campbell-platen die zijn ouders vaak draaiden. Dat was in Lyttelton, een kustplaatsje met een bloeiende muziekscene – enigszins vergelijkbaar met die in het een stuk verderop gelegen Dunedin, waar in de jaren tachtig bands als The Chills en Tall Dwarfs vandaan kwamen.
Muzikale vrienden van Williams zijn onder meer Delaney Davidson, de Pogues-achtige folkband The Eastern en de van oorsprong Canadese, maar verhuisde Tami Neilson. Ze maken country, folk en vroege rock’n roll, en doen dat vaak genoeg gezellig met elkaar. Zoals onder de vlag The Harbour Union, een gelegenheidsband die een album maakte om geld op te halen voor aardbevingsslachtoffers op het zuidelijke eiland.
Met Davidson maakt hij drie (al kan ik volume 2 nergens vinden) platen die diep in de Americana-traditie gedrenkt zijn, tamelijk stijlvast. Op zijn solodebuut was hij dat bepaald niet, daarop lijkt hij vooral van alles te proberen. Met uitschieters als het Nick Cave-iaanse Dark Child, en de cover I’m Lost Without You (van Billy Fury). Coveren doet hij sowieso graag, van Nina Simone tot Leonard Cohen tot deze prachtige ‘First Time Ever I Saw Your Face’ van Peggy Seeger.
Aanvankelijk schreef Marlon verhalende nummers (neem Dark Child) over thema’s en ervaringen die hij zelf hooguit vanuit de verte kende. ‘Make Way for Love’ is dat alles behalve, die is ‘kannibalisme van de ziel’, zoals hij het zelf omschreef – met een knikje naar Nick Cave.
Je zou kunnen zeggen, hij heeft jarenlang kunnen oefenen, en al die oefening baart nu kunst. Bloedende-hartkunst. Want mensen, dit is ZO. MOOI. ‘I close my eyes, and I drift away’, om ’t met Roy te zeggen. ‘Make Way for Love’ is het album van het jaar. Veruit.
(Hij was al op ITGWO en BKS, en komt in april naar Amsterdam en Utrecht. Wees daar!)
- Guuzbourg