Italo. Wiki zegt er dit over: ‘Kenmerken (van Italo) zijn de strakke beat, verlevendigd met veel synthesizers, vaak pianoriffs en het veelvuldig herhalen van een gemakkelijk na te zingen Engelstalige zin die los lijkt te staan van het refrein.’ Wiki heeft misschien technisch gelijk, alleen zegt dit natuurlijk helemaal niets over wat het in de jaren ’80 bij mensen losmaakte. Wij zien onszelf in ieder geval weer staan in de Pacha van La Pineda (ja, dat had de Pacha in Ibiza moeten zijn, maar wisten wij veel, we dachten ook dat je stoned werd van thee). We zagen daar onze eerste lasershow, onze eerste travo, onze eerste dronken Brit en hoorde voor het eerst hoe Italo moest klinken (maar ja, wisten wij veel hoe we er op moesten dansen, we dachten ook dat je ging trippen van kaneel). En nu heeft Marc deze Perfect gemaakt. En het werkt nog steeds (en thee en kaneel nog steeds niet!).

Liner notes:

“Italo, house avant-la-lettre. Enerzijds slechte zang en kazige teksten, anderzijds – de belangrijkste zijde wat mij betreft – de rauwe energie van het elektronische geluid; riffs, arpeggio’s en de four-to-the-floor. Als ik niet was gevallen voor Italo was het met house en mij ook nooit wat geworden.

Ergens in ‘79 begon ik met draaien. Eerst een drive-in show met vrienden (opbouwen voor winkelsluitingstijd, zodat je nog nieuwe onderdelen kon kopen als er iets kapot was…), en als we niet draaiden: stappen. In de eerste helft van de jaren ’80 rees voor de zaterdagavond de vraag: wordt het de Marathon met Eric Benjamin in Den Haag of de Flora Palace met Peter Duikersloot in Amsterdam? Het werd vaak de Marathon, want dat was maar 20 minuten rijden vanuit Leiden. De Marathon was, in tegenstelling tot de Flora Palace, verre van hip: een houten interieur met karrenwielen aan het plafond, doordrenkt met de geur van Paco Rabanne. Nee, het was de muziek: volop Italo. Den Haag was toen sowieso een uitzondering in danceland; nergens was Italo zo groot. Radio Stad Den Haag zond het de hele dag uit en je platen kocht je bij LP Top Honderd of Rhythm Import (geen familie van de Amsterdamse Rhythm Import).

Intussen werd ik DJ in discotheek Samantha’s in Leiden. Iedere week platen kopen met eigenaresse Loes. We kregen geen geld mee om platen te kopen, nee, ze wilde altijd mee. Na een tijd waren ze het gewend in de platenwinkels, maar het bleef een raar gezicht: 2 jongens van rond de 20 met een dik veertigjarige oude vrijster. Ze had haar discotheek genoemd naar een Engels hotel waar ze ooit een hartstochtelijk weekend had beleefd met een getrouwde man. Bij iedere plaat kwam haar vraag ‘of het al een hit was?’ en ‘kan deze ook als single in plaats van 12”?’. Wij antwoordden standaard met respectievelijk ‘ja’ en ‘nee’.

De vrijdag was mijn avond (als DJ Marco Polo) en het meeste naar mijn zin had ik het als ik mijn blokje Italo draaide. Ja, in discotheken als Samantha’s draaide je in blokjes… Geïnspireerd door Ben Liebrand’s In The Mix en bezoeken aan eerdergenoemde discotheken mixte ik met brakke Lenco’s – Loes vond SL1200’s te duur. Plaatjes aan elkaar praten was gelukkig passé. In ‘86 ging ik in dienst en onderbrak het draaien met anderhalf jaar. Kort na mijn afzwaaien kwam ik tijdens een van mijn platenruns in Amsterdam in aanraking met de eerste houseplaten en was meteen verkocht. DJ Marco Polo werd DJ Marque en de Italo vergeten.

Tijdens een BBQ van een gezamenlijke vriend sprak ik met Guuz Hoogaerts over muziek en vertelde over mijn draaiverleden en Italo-zwak. Het resultaat van die ontmoeting is deze Perfect Italo, mijn favoriete Italo-platen. Mijn mixtapes uit die tijd zijn inmiddels verdwenen, alleen de multomap waarin ik braaf alle tracklistings van mijn tapes opschreef heb ik altijd bewaard en bleek een goede hulp bij het samenstellen. Ik wil Mark den Hartog van studio Zownd bedanken voor een aantal tweaks en DJ Kosmo (Ronald Walgreen) voor de ontbrekende stukjes. En natuurlijk dank aan Guuz Hoogaerts.”

TRACKLISTING
Al heeft Italo als genre veel bijgedragen, de meeste artiesten waren niet meer dan een studioproject of one-off’s waar weinig meer van is vernomen. Veel achtergrondinformatie ontbreekt derhalve.

1. Valerie Dore – “Get Closer” (extended mix)
Na een aantal hits in de jaren ’80, vooral in Italië en Duitsland, is het lang stil geweest. In 2006 heeft ze haar comeback gemaakt met het nummer ‘How do I get to Mars’. Het nummer heeft kennelijk weinig indruk gemaakt, het is zelfs niet te vinden op YouTube.

2. Daniele Baldelli – “Galaksia”
Is nog steeds een actieve DJ en producer die gezien wordt als een van de grondleggers van de zg. Cosmic Disco, een afgeleide van Italo waarbij het belangrijkste kenmerk het lage tempo is. “Galaksia” is een vreemde eend in de bijt, namelijk gereleased in 2006. Heb deze er in geplaatst omdat ondanks de recente datum “Galaksia” voor mij precies klinkt zoals goede Italo moet klinken.

3. Dharma – “Plastic Doll” (Remixed Instrumental)
Voor Dharma is het bij deze ene plaat gebleven…

4. Charlie – “Spacer Woman” (Radio Mix)
Idem. Italo Electro?

5. Gino Soccio – “Remember” (Remix)
Een Canadese DJ/producer met een Italiaanse achtergrond, die met “Try It Out” zijn grootste hit had. “Remember” vind ik veel beter en zit om die reden erin.

6. Koto – “Visitors”
Er valt helaas weinig interessants te melden over Koto…

7. Kroma – “Sexy Films”
Juist de vocalen maken deze plaat bijzonder. Geen vocoder, dikke acenten en tekst bestaande uit 1 regel. Tongue-in-cheek en bijna on-Italo te noemen!

8. Alexander Robotnick – “Dance Boy Dance”
De goede man is nog steeds bezig, maar veel meer dan dit nummer uit ’83 is het niet geworden.

9. Docter’s Cat – “Feel The Drive” (Trance Europe Mix)
Deze plaat heeft mijn platenkoffer nooit verlaten. Ook toen ik volop aan het ‘housen’ was ging “Feel The Drive” altijd mee. In de inmiddels voor Leiden legendarische houseclub Hotel de Ville (‘88 – ’93) waar ik op vrijdag resident was, was deze plaat een soort van anthem. Vocaal en instrumentaal en voor mij de ultieme Italo.

10. Klein & MBO – “Dirty Talk” (USA European Connection Instrumental Mix)
Er zijn weinig Italo-platen die de tand des tijds zo hebben door staan als deze plaat. Het album “Déja-Vu” uit 1982 staat nog steeds als een huis. Daarnaast wordt Klein & MBO door house en techno veteranen naast de usual suspects steevast genoemd als inspiratie. Niet zo raar!

11. Paul Ray – “My Machine”
Deze plaat is in 2007 opnieuw uitgebracht op het Nederlandse label Moustache. Over Paul Ray heb ik geen info.

12. Cellophane – “Gimme Love” (Italo Edit)
Twee releases, waar van dit de eerste was….

13. Cyber People – “Polaris” (Radio Mix)

14. Phaeax – “Talk About”
Na 3 release weer verdwenen in de vergetelheid.

15. Kano – “Another Life” (Remix)
Volgens Discogs: “Although Kano is considered the starter of Italo-Disco by many, it also served as a bridge to electro and breakdance later in the 1980’s”.

16. Hipnosis – “Droid” (Extended Version)

17. Laserdance – “Power Run”
Er werd ook Italo in Nederland geproduceerd, waarbij wat mij betreft Laserdance de interessantste releases had. Bestaande uit Erik van Vliet (oprichter van het Hotsound-platenlabel en -winkel in Rotterdam) en Michiel van der Kuy, die ook solo ontelbare Italo platen heeft gemaakt en ons James Brown is Dead bracht.

18. Albert One – “Turbo Diesel”
Er is veel foute Italo gemaakt, Albert One is wat mij betreft een van de betere. Die tekst!!” – Marc van der Haas