Hallelujah! Het heeft de lekenprekers Onno & Paul van countrysoulcombo Beans & Fatback behaagd om voor de Perfects-kudde een fraaie collectie stichtelijke liederen te compileren. Opdat wij begrijpen dat de verspreiding van Het Woord soms niet meer nodig heeft dan een stem, een gitaar en wat percussie.
Enjoy!
Gospel, dat is James Brown in The Blues Brothers. Een extatische preacher, een strak gedrild koor en banken vol hollererende kerkgangers. Can I get an amen? Wel tien!
Maar gospel hoeft niet altijd met de voet bovenop het gaspedaal. Het kan ook met beperkte middelen. Zonder juichende orgels, massaal handgeklap en veelkoppige koren. Want niet elke kerk in het Amerikaanse zuiden had het geld voor een mooi Hammond-orgel (dat van oorsprong de goedkope, handzame versie was van een pijporgel), soms bestond de kerk uit niet meer dan een afgedankte, katoenen legertent. Dan rest er niet meer dan een tamboerijn, een gitaar en een paar stemmen.
Paul Willemsen en Onno Smit, samen spelen ze in Beans & Fatback en Lefties Soul Connection, houden oprecht van gospel. En van soul, doowop en rhythm & blues, genres die voortkomen uit de gospel. Paul en Onno maakten samen met de Amerikaanse zangeres Michelle David het even ingetogen als intense The Gospel Sessions Volume 1, een plaat die in het eerste weekend van april (met Pasen, dus) gepresenteerd wordt (zie https://www.facebook.com/gospelsessions). Twee gitaren, soms een bas, een beetje percussie en de stem, pardon, De Stem van David, die op haar vijfde al lid was van een gospelkoor. Zie deze verantwoording.
Als opmaat naar de release van The Gospel Sessions stelden Paul en Onno een schitterende Perfects-aflevering samen vol rudimentaire, haast rurale gospel. Met ‘hits’ van Elvis, Johnny Cash en The Staple Singers. Met een broeierige Aretha Franklin. Maar vooral met onbekende namen.
Sister Rosetta Tharpe, bijvoorbeeld, the godmother of rock ’n roll, de eerste die de spirituals uit de kerk op een rockgitaar ging spelen. En Shirley Ann Lee, de door het Numero-label, specialisten in het opdiepen van ongekend mooie, maar zwaar bestofte muziek, heropgewaardeerde zangeres die een rotleven leidde maar een stem had waarvan engelen uit de hemel vallen.
Neem Boyd Rivers, die even laat horen wat ‘de geest krijgen’ eigenlijk inhoudt. Of neem Washington Phillips, die eind jaren twintig van de vorige eeuw slechts zestien prachtige gospels opnam, zichzelf begeleidend op een celastaphone, een kruising tussen een harp en een xylofoon.
Het is niet de bedoeling om de luisteraar te bekeren, maar om te laten horen hoe je met minimale middelen iets kan maken dat hoe dan ook overtuigd. Omdat het gemeend is, omdat het vanuit de tenen komt. En als u na beluistering een prikkel halverwege uw benen voelt, onthoudt dan dit:
Amen to that!