Eventjes leek het de slechtste 1 aprilgrap van 2014. Frankie Knuckles overleed 31 maart 2014 volkomen onverwacht op 59-jarige leeftijd. Zonder overdrijving kun je de hartelijke en goedlachse Afro-Amerikaan een van de invloedrijkste dj’s aller tijden noemen. René Passet maakte een muzikaal in memoriam voor deze legende, wiens bijnaam niet voor niets de ‘The Godfather of House Music’ luidde.
Enjoy!
Samen met generatiegenoten als Jesse Saunders, Marshall Jefferson en Jamie Principle gaf Frankie Knuckles halverwege de jaren tachtig het prille housegenre een fikse slinger. Plaats van handeling: Chicago. Daar stond Frankie Knuckles achter de draaitafels van de roemruchte club The Warehouse, nadat hij eerder in New York de fijne kneepjes van het dj-vak leerde van die andere legende: Larry Levan. Samen draaiden ze een fusie van disco, r&b en soul die langzaam transformeerde in ‘house music’. Muziek die je in de The Warehouse hoorde.
Later beroerde Knuckles de mengpanelen van al even legendarische clubs als The Power Plant, World en The Sound Factory. Plekken waar hij niet alleen vinyl maar ook eigen producties vanaf reel-to-reel tapemachines draaide.
Je vindt Knuckles’ naam op de beduimelde platenlabels van talloze danceklassiekers, waaronder Baby Wants To Ride (1987), The Whistle Song (1991) en het met Robert Owens en Satoshi Tomiie geschreven Tears (1989). Samen met David Morales begon hij eind jaren negentig Def Mix Productions, een productie- en remixkantoor met een lange rij klanten. Waaronder niet alleen sterren als Michael Jackson, Madonna en Whitney Houston maar ook tweede en derde generatie houseproducers als Electribe 101, Towa Tei en (in 2008) Hercules & Love Affair.
Na jarenlange tegenwerking van het stadsbestuur van Chicago, dat nogal wat clubs van hem sloot en feesten afblies, kreeg Frankie Knuckles in 2004 eindelijk de waardering die hij verdiende. De straat waar ooit The Warehouse had gestaan werd omgedoopt in Frankie Knuckles Way. De Illinois-senator die dat mogelijk maakte: Barack Obama (hier staat ie samen met Frankie te shinen)
– René Passet