Dit soort dingen missen enorm op Perfects.nl; pianomuziek. Geen gepingel tussen de schuifdeuren, maar het spul van de bovenste plank. Rufus Ketting, graag geziene gast alhier, brengt het ons.
Enjoy!
Toen ik een kleine Rufie was, hadden wij thuis een videoband waar in hoofdletters HOROWITZ op was geschreven. En een videoband met een titel erop betekende zoveel als ‘mag niets overheen opgenomen worden!’. Er stond een concert op. Ik zou niet meer weten waar het zich afspeelde, maar sowieso ergens in het rijke westen. Misschien was het z’n enige optreden in het concertgebouw wel in 1986. Wie weet…
Het was in elk geval een geweldig optreden. Ook omdat Horowitz minutieus illustreert hoe een dergelijk concert dient te verlopen. En dan met name in de spaarzame momenten waarop ie geen piano speelt (als ie de bühne schuchter op komt lopen en direct al een staande ovatie te pakken heeft, of na elk stuk zo’n beetje een jaar doet over het optillen van zijn handen (en het publiek duidelijk maakt: dit ‘nummer’ is nu echt afgelopen, er mag geklapt worden), of wanneer ie subtiel glimlacht en over het publiek heen, de verte in knikt wanneer het luid applaudisseert.
Ik dus op pianoles. Maar ja… dat schoot voor geen meter op natuurlijk. Ik kon me gewoon niet concentreren en al die noten… ik moest ze steeds opnieuw uitrekenen. Vooral voor die klote-linkerhand. ‘Als hier een c zit, is dit een B, A, G, F, E, Es… eh… dus… eh… hier!’ ‘PLING!’ ‘Shit, eh… nee, eh…. Deze?’
Ik leerde die dingen dus maar uit m’n hoofd, maar ja… op een gegeven moment werd dat te ingewikkeld. En m’n juf had me volop door. En daar toentertijd het callen van ‘adhd-shaming’ nog geen ding (en ‘bladmuziek niet lezen, maar onthouden hoe je de muziek moest spelen’ behoorlijk frowned upon) was, ben ik toen maar voor een elektrische gitaar gegaan. Daar kon je gewoon barré akkoorden op spelen en dan was het gewoon goed genoeg (voor rock-’n-roll).
Lang verhaal kort: piano-carrière down the drain. En alhoewel de ‘klankkleur’ van dat instrument me enerzijds de keel uithing, werd ik in soms met m’n neus op de feiten gedrukt. Want hoe geweldig klinkt die goeie ouwe western saloon-piano in de achtergrond op ‘Bodhisattva’, hoe onmisbaar is de keurig ingehouden, muziek-juf’achtige begeleiding (van Barry Beckett) op Simon & Garfunkel’s My Little Town en als je echt een piano wil horen die maximaal toevoegt met minimale middelen, stort je dan eens in de voodoo die Richard Wyands op Oliver Nelson’s ‘Straight Ahead’ ten toon spreidt (sowieso een heel goeie plaat om te hebben).
Waar ik naar toe wil. Het duurde dus even, voor ik de (door mij op pianoles nog zo gevreesde) Bartók etudes weer kon luisteren. Maar tegenwoordig staat de deur weer gewoon helemaal open voor de piano. Sterker nog, vaak kan ik helemaal geen muziek aan. Dan is het dagen stil in mijn huisje. En als ik dan, omdat de stilte té macaber wordt, iets op moet zetten (van mezelf), kan het alleen maar Goldberg Variations zijn. Eindstand… mijn ‘meest beluisterde artiesten’ op Spotify van 2023: J.S. Bach en Glenn Gould. Bach… Fuck yeah!