Blonde Redhead is a trip and Rufus Ketting is the tour guide.

Enjoy!

Liner notes:

Het jaar was 1997, de plek was de Beukelsweg in Rotterdam, de huisgenoot was Niels Post (inmiddels een beruchte artist manager en socialite), maar back then gewoon een student journalistiek wiens stokpaardje ‘punkrock en alles er omheen’ was) en de plaat was ‘Fake can be just as good’. Normaal gesproken werden we niet per se gek van nieuwe albums, alhoewel ons jeugdig enthousiasme nog op volle toeren draaide. Ik herinner me levendig de uitzonderingen: Frodus, Fountains of Wayne, Refused, The Make-Up en natuurlijk deze jongens, die we kort erna dus ook live zagen. In de Vlerk, te (wederom) Rotterdam.

Een student journalistiek met als stokpaardje punkrock en alles eromheen anno 1997 betekende automatisch dat je op een of andere manier aan een fanzine gelieerd was, Niels ‘had’ er zelf een (Filler) en de eerstvolgende keer dat Blonde Redhead Nederland aandeed (in de Amsterdamse Paradiso bovenzaal) was het Filler fanzine erbij voor een interview. Afgevaardigden waren Daniëlle van Ark (thans kunstenaar en fotograaf, destijds straightedge motorduivel) en ondergetekende. We spraken Kazu net na het optreden. Ik heb geloof ik geen enkele vraag gesteld, ik was té verliefd. Niet eens per se op Kazu, maar op de hele band. Herstel, op het enigma ‘Blonde Redhead’.

Allereerst was daar natuurlijk de band die van hun eigen levens hun autobiografische meesterwerk maakte en hun voorliefde voor (Europese) cinema, onwaarschijnlijke literaire helden en natuurlijk hun eigen antropologische wondertje van een encounter allemaal hun microkosmos insleepte, wat uiteindelijk resulteerde in een schitterende hermetische puzzel van een band. (Een puzzel, overigens, waar op hun magnum opus ‘Melody of Certain Damaged Lemons’ nogal wat boekjes worden open getrokken.)

Maar daarnaast is er ook nog het wonder ‘Blonde Redhead live’. Iets dat ik na hun optreden in Paradiso verder nog maar twee keer heb mogen meemaken, namelijk op ‘the first Monsters of Indierock’ show (NYU) met Modest Mouse en eerder genoemde Make-Up en op het door Shellac gecureerde ATP van 2002(!), waar ze al helemaal ongehoord goed waren. Blonde Redhead live is niets minder dan een droom. Tijd stopt te bestaan, looks en stijl vallen samen in een soort verleidelijke huisstijl (die je eigenlijk alleen bij de samensmelting van afgevaardigden van asmogendheden mag verwachten) en de ten onrechte te vaak gebezigde uitdrukking ‘less is more’ krijgt een nieuwe betekenis. Bovendien is Simone een van de beste drummers die je ooit zal zien.

Ik ben dan ook nogal benieuwd naar hun optreden in de Tolhuistuin aanstaande zaterdag. Ik denk niet dat we Kazu nóg eens ‘I still get rocks off’ zullen horen zingen (een nummer dat overigens eigenlijk niet op deze semi-perfect mocht ontbreken, maar Steve Shelley is geloof ik vergeten zijn catalogus op Spotify te zetten). Evenzogoed zou ik met een ‘Dr Strangeluv, een ‘Falling Man’, of een ‘of een ‘In Particular’ even blij zij. En dan de rest gewoon een lekkere mix van Barragán (die ik nog niet zo goed ken) en Penny Sparkle nummers, een ander soort Blonde Redhead. En terecht! Ik ben zelf godzijdank ook niet meer de Rufus Ketting die ik in 1997, of in 2002 was. Maar nog steeds een Luv Machine. Uiteraard. En een ‘man who has learned how to fall’.