Atze de Vrieze compileerde Perfect Blaxploitation: “Pooiers in schitterende pakken met glimmende auto’s, afro’s zo groot dat je er een pistool in kunt verstoppen, zwarte helden die het blanke kwaad te slim af zijn: het is makkelijk voor te stellen waarom blaxploitation zo’n succes was.” En er werd ook nog eens geweldige muziek gemaakt voor dit filmgenre.

Liner notes:

Je hoorde er als soulzanger niet bij als je niet op zijn minst een themaliedje had ingezongen. Artiesten als Curtis Mayfield, Isaac Hayes en James Brown maakten zelfs complete soundtracks. Perfect Blaxploitation is een bloemlezing uit een genre op zich. Het zijn niet simpelweg de bekendste tunes, maar moet een goed beeld geven van wat die muziek te bieden had: grootse openingen, spectaculaire achtervolgingen, liefde, wraak. Van de openingsscène tot de aftiteling: Perfect Blaxploitation.

1. Johnny Pate – You Can’t Even Take A Walk In The Park (Shaft In Africa, 1973) 
Het ligt voor de hand om een Perfect Blaxploitation compilatie te beginnen met Isaac Hayes’ Shaft, veruit de bekendste vertegenwoordiger van het genre, dus dat doen we dan maar niet. In plaats daarvan de opener van Shaft In Africa, aka Shaft 3, waarin de stoere detective in het moedercontinent misstanden recht gaat zetten. Deze opener is alles wat je ervan wilt: snel, energiek en funky, met een overvloed aan blazers. 

2. Roy Ayers ft. Wayne Garfield & Denise Bridgewater – Coffy Is The Color (Coffy, 1973)
De koningin van de blaxploitation was zonder twijfel Pam Grier. In eerste instantie maakte ze nog faam in Vrouwengevangenisfilms (het genre kan niet vaak genoeg genoemd worden) als The Big Doll House en The Big Bird Cage, maar als zwarte actieheld was ze op haar best. Haar finest hour was Coffy, waar haar afro zo groot was dat er een pistool in paste. De soundtrack – van de befaamde vibrafonist Roy Ayers – speelde geen geringe rol bij het succes van de film. Zijn muziek is funky, snel, sterk gearrangeerd en simpelweg cool. Met zo’n opening kan een film niet meer floppen. 

3. James Brown – The Boss (Black Caesar, 1973)
Zijn bijnaam was The Godfather of Soul, en dus moest James Brown haast wel een film over een gangsterleider van muziek voorzien. Black Caesar is een grimmige, tamelijk serieuze film met een uitstekende soundtrack. Classic James Brown, maar met net andere arrangementen dan we van hem gewend zijn. “I payed the cost to be the boss”, zingt hij. En je gelooft hem, want dat zou hij ook over zichzelf kunnen zeggen. “I see a baaaad mother.”

4. Marvin Gaye – Trouble Man (Trouble Man, 1972)
Ergens tussen What’s Going On en Let’s Get It On poepte Marvin Gaye er nog even de thema-song van Trouble Man uit. De film is een vrij gemiddelde en saaie detectivefilm en de soundtrack is ook niet erg memorabel. Er lijkt ook niet overdreven veel tijd in gestoken te zijn, maar zelfs een tweederangs song van de beste soulzanger van het moment is nog meer dan de moeite waard. 

5. J.J. Johnson ft. Martha Reeves – Willie D (Willie Dynamite, 1974)
“Seven women in the palm of his hand”, zingt Motown-coryfee Martha Reeves in het titelnummer van Willie Dynamite. Hoererij is een business, net als alle andere, zegt ze. Willie D is in elk geval onwaarschijnlijk cool, met zijn witte bontjas, zijn hoed en zijn zonnebril. Een uitbundige titelsong is dan ook niet meer dan normaal. 

6. Willie Hutch – Theme Of Foxy Brown (Foxy Brown, 1974)
Och, de borsten van Pam Grier zijn zo groot dat ze bijna uit die fantastische gele jurk vallen. Je zou haast afgeleid raken van het verhaal: de sexy Foxy neemt wraak op de criminelen die haar liefde, undercover agent Michael, hebben vermoord. Zo’n oogverblindende dame verdient een coole soundtrack. Superbad! 

7. Booker T & the MG’s – Johnny I Love You (Up Tight, 1968)
Strikt genomen kwam Up Tight te vroeg uit om blaxploitation genoemd te mogen worden, maar met een complete Booker T & the MG’s soundtrack is smokkelen gemakkelijk te rechtvaardigen. Grote hit Time Is Tight staat er ook op, maar het mooist is de ontroerende Johnny I Love You. 

8. Curtis Mayfield – Superfly (Superfly, 1972)
Curtis Mayfield maakte met Superfly niet alleen de beste blaxploitationsoundtrack aller tijden, maar ook de beste plaat van zijn carrière. De blauwdruk die door iedereen gevolgd is: rijk gearrangeerde funk, wah-wah gitaren, zenuwachtige hi-hats, liefdesliedjes, achtervolgingsscènes en sociaal commentaar. Het titelnummer verdient de medaille voor beste titelsong. De film gaat over een drugdealer die nog één keer goed zijn slag te slaan, om daarna een comfortabel en vooral normaal leven te gaan leiden. Alleen al de moeite van het kijken waard door zijn waanzinnige auto. 

9. J.J. Johnson ft. Joe Simon – It Hurts So Good (Cleopatra Jones, 1973)
Elke zwarte held – hoe zwaar hij ook in de problemen zit – heeft minstens een keer in een film tijd voor de liefde. Dat is leuk voor de kijkers, maar het levert ook op de soundtracks mooie momenten op. Zoals het ontroerende Hurts So Good, een met veel strijkers aangezette soulballad, mooi rauw gezongen door Joe Simon.

10. Solomon Burke – Cool Breeze (Cool Breeze, 1972)
Verrassing! We kennen Solomon Burke van zijn gedragen soul, met gospel- en country-invloeden, maar voor de opening van Cool Breeze haalt hij alles uit de kast. Het is topzwaar gearrangeerde funk met een hoog tempo en een knipoog. Met recht een grande ouverture. 

11. Isaac Hayes – Soulsville (Shaft, 1971)
Zijn titelsong voor de film won de Oscar, maar eigenlijk is Isaac Hayes hier nog beter in: een langzame, slepende song met veel gevoel voor sfeer en die diepe chocoladebruine stem. De soundtrack van Shaft staat ook voor mierzoete instrumentals. Je voelt meteen de schimmige kantoortjes met bruine plavuizen, waarin de penoze van New York huist. De kalmte van de soundtrack draagt bij aan het relaxte aura van John Shaft. Damn right.

12. Dennis Coffey – Theme From Black Belt Jones (Black Belt Jones, 1974)
Je laat natuurlijk geen kans onbenut op het woord ‘zwart’ in dubbele betekenis te gebruiken. Ook goed voor extra cultpunten: kruisbestuivingen. Zo bestaat er een Blacula én een Blackenstein. Ook Black Belt Jones probeert het beste uit twee werelden te verenigen. De film draait om de zwarte vechtheld Jim Kelly, die de hoogste karaterang heeft. In Bruce Lee’s Enter the Dragon komt hij op akelige wijze vroegtijdig aan zijn einde, maar in Black Belt Jones mag hij schitteren. Het herkenningsmelodietje van de film is combi van rauwe deep funk en Barry White’s Love Unlimited Orchestra. Klassieker in het genre.

13. Edwin Starr – Easin’ In (Hell Up In Harlem, 1973)
Hell Up In Harlem is de opvolger van Black Caesar, de gangsterfilm waarvoor James Brown de muziek maakte. Het lag voor de hand dat die ook de muziek bij de sequel zou maken, maar grappig genoeg wees de filmmaatschappij diens klassieker The Payback af. Enter Motown-zanger Edwin Starr, die we natuurlijk kennen van zijn anti-oorlogs-anthem War. Easin’ In is een mooi voorbeeld van sfeer bouwen met muziek: het is een kale mid tempo funktrack met een stuwende bas en hi-hats en een ongelofelijke cool. 

14. Curtis Mayfield – Junkie Chase (Instrumental) (Superfly, 1972)
Geen blaxploitationsoundtrack is compleet zonder achtervolgingsmuziek. Sterker nog: sommige soundtracks bestaan er voor de helft uit. Curtis Mayfield’s Junkie Chase met zijn spannende blazers en die dreigende bas is de ultieme versie. 

15. Galt MacDermot – Cotton Comes To Harlem (Cotton Comes To Harlem, 1970)
Het slavernijverleden van de VS ligt uiteraard gevoelig onder afro-Amerikanen, maar Cotton Comes To Harlem maakt er een lolletje van. Twee zwarte detectives (à la Lethal Weapon) onderzoeken een baal katoen die onder verdachte omstandigheden opduikt in een kerk in Harlem. De humoristische sfeer van de film komt terug in het titelnummer. Cotton Comes To Harlem is voorzien van de mooiste LP-hoes van allemaal. 

16. Donny Hathaway – Little Ghetto Boy (Come Back Charleston Blues, 1972)
Zijn grote hit The Ghetto was twee jaar eerder al verschenen, dus dit Little Ghetto Boy schudde hij waarschijnlijk moeiteloos uit zijn mouw. Net als Marvin Gaye een zanger op de top van zijn kunnen. Come Back Charleston Blues is feitelijk de sequal van Cotton Comes To Harlem. De soundtrack heeft naast dit zoete soulnummer een opvallend jazz-achtig karakter.

17. Willie Hutch – Brother’s Gonna Work It Out (The Mack, 1973)
Oplettende luisteraars herkennen het intro van de gelijknamige mixplaat die The Chemical Brothers ooit maakten. Dit nummer is tientallen keren gesampled, uiteraard vooral door hiphopproducers. Het is het hoogtepunt van Willie Hutch’ beste soundtrack, bij een film over de succesvolle pooier The Mack (met een glans-bijrol voor Richard Pryor). Het nummer bestaat uit twee delen, een langzaam maar meeslepend begin met een geluidssample uit de film en een fluit, en een uptempo tweede deel, dat blaxploitation op zijn best is. Al is dat bruggetje natuurlijk gejat van Marvin Gaye’s What’s Going On.

18. Isaac Hayes – The End Theme (Shaft, 1971)
Nou, vooruit dan. Even die legendarische noten van Shaft, maar dan wel de aftiteling. De bekende woorden mag u zelf meezingen: “Who’s the black private dick, that’s a sex machine to all the chicks? SHAFT! Ya damn right!” – Atze de Vrieze