Deze Perfect van David Kleijwegt is een geweldig goed gelukte Perfect. Een prachtige selectie songs én een te gekke bijsluiter. De dubbel, zeg maar. In geval van een zonovergoten dag is dit er eentje die de dag voorziet van een gouden randje. In geval van regen brengt Perfect Beach Boys de zon terug, alsof je een straalkachel en een hoogtezon in je paraplu hebt. Maar dat is niet te tillen.

Art work: Andrew Kolb.

Liner notes:
The Warmth Of The Sun
De Beach Boys als de grote Amerikaanse hitmachine. Ook ik kan er niet omheen. Toch heb ik er jarenlang tegenaan gehikt. Surf dudes die oppervlakkige liedjes zingen over mooie meisjes op het strand – dat drong op de een of andere manier niet door tot de bovenste etage van die portiekwoning in Pendrecht, de grauwe wijk in Rotterdam-Zuid waar mijn zes jaar oudere broer en ik groot werden. It says nothing to me about my life – zo zou een zanger uit Manchester het jaren later verwoorden, over heel andere muziek trouwens. Maar ik voelde dat toen, ten opzichte van de Beach Boys.

Vele jaren later pas, ik zal net twintig zijn geweest, kreeg ik de sleutel tot de Beach Boys aangereikt. Door Ruud Kuyper, een collega bij de landelijke krant waar ik destijds dienst deed als popmedewerker, en een van de beste jazzjournalisten die Nederland ooit heeft gehad (hij stierf eind van de vorige eeuw). Terwijl ik op een typemachine zat te zwoegen op een of andere recensie onderwees Ruud me. Dat was kennelijk nodig. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig, zei Ruud, kregen de meer behoudende jazzfanatici zoals hij het moeilijk. Free jazz was niets voor hen. Ze luisterden naar (zijn woorden) de harmonisch meer interessante popmuziek. Zoals de Beach Boys dus.

Niet lang daarna leende Ruud me zijn exemplaar van Sunflower en schreef speciaal voor de gelegenheid wat woorden op de binnenhoes (indertijd had nog geen mens van NM, EX of VG+ gehoord). Zijn dochter Amanda, tegenwoordig muziekcoördinator van NRC, stuurde me er recent een fotootje van. Vandaar dat ik de tekst woordelijk kan reproduceren. ‘Daafje, let vooral op de bijdragen van mijn vriend Michel Colombier die bij The B.B. een rol heeft vervuld, vergelijkbaar met die van Claire Fischer bij de firma Prins.’

A ha. Dit moet ergens laat in 1986 zijn geweest. Prince had net voor de tweede keer in Nederland opgetreden, in Ahoy’ naar aanleiding van Parade, waarvoor de flamboyante arrangementen geschreven waren door een jazzrot, ene Claire Fischer, toen de plaat uitkwam mij totaal onbekend. Colombier had op zijn beurt vernuftig werk geleverd voor de songs van Bruce Johnston: ‘Dierdre’ en ‘Tears in the Morning.’ Dáár moest ik maar eens naar luisteren, vond Ruud. En zo kwam ik toch bij de Beach Boys terecht. Via een omweg. Sterker: via de omgekeerde weg. Via het (door de band zelf) als minder betitelde groepswerk uit de late jaren zestig en vroege jaren zeventig.

Voor mij bleek het de juiste route. Toen ik veertien jaar later voor diezelfde krant een beredeneerde Top 100 van platen van de eeuw maakte, stond Pet Sounds daar bovenaan. Uiteindelijk ben ik zelfs die vroege singles van de Beach Boys gaan waarderen, niet om de beelden die ze opriepen, maar om het muzikale vernuft. Komend van de andere kant herkende ik ook onmiddellijk de intrinsieke droefheid in elke ballad die Brian Wilson, het genie van de groep, tijdens zijn dagen als popidool had geschreven. Het tragisch lot van de Beach Boy die niet kon surfen.

Nou, dat kwam mooi uit: surfen kon niemand in Pendrecht.

1. Graduation Day

Handige jongens. Gladde jongens. Dat waren ze, die Beach Boys. ‘Deze is voor iedereen die net school heeft afgemaakt’, plachten ze bij wijze van aankondiging van ‘Graduation Day’ te zeggen tijdens hun concerten, in de tijd dat Brian Wilson gewoon nog mee ging op tournee. Met werkelijk uitzinnig gegil van alle meiden in het publiek als resultaat, luister maar eens naar Beach Boys Concert.

Maar ‘Graduation Day’ was ook een geschiedenisles. Deze song van The Four Freshmen bevatte de blauwdruk voor de glorieuze vocale harmonieën die het kenmerk van de vroege Beach Boys zouden worden.

2. Surfer Girl

De Beach Boys begonnen natuurlijk als surfgroep. Maar Brian gaf al snel een compleet andere draai aan het muzikale erfgoed, zoals in ‘Surfer Girl’. Hierin is duidelijk te horen hoe hij de branding uit de surf deed verdwijnen en er een melancholiek randje voor in de plaats zette. ‘Surfer Girl’ is tijdloos tienerleed.

3. The Warmth Of The Sun

Muziek heeft altijd een plaats en een tijd. Als ik ‘The Warmth Of The Sun’ hoor, vlieg ik weer van Zuid-Afrika naar Australië, met een walkman op mijn hoofd. De weelderige stemmen van de Beach Boys, en ja hoor, verdomd, daar in de verte komt ook nog de zon op. Het nummer werd geschreven (met Mike Love ‘Not War’ als tekstschrijver) naar aanleiding van de moord op John F. Kennedy.

4. I Get Around

Het bewijs dat de stemmen van de Beach Boys niet alleen kunnen zalven, maar ook kunnen opwinden. Na al die jaren nog steeds even effectief.

5. When I Grow Up To Be A Man

Elke Sgt. Pepper, elke Astral Weeks, elke Born To Run en elke Joshua Tree heeft een voorganger waar dat hooghartige beest, de echte kenner, meer waarde aan hecht dan aan het alom erkende meesterwerk. Omdat daar de klasse in embryonale fase aanwezig was. En dat wisten zij al heel lang, natuurlijk.

In dit specifieke geval gaat het om The Beach Boys Today!, waarop het mooie ‘When I Grow Up To Be A Man’ staat. Het was een eerste, nog voorzichtige stap in een nieuwe richting. Hierna verwierf Brian, die na een zenuwinzinking eind 1964 niet meer live met de groep meespeelde, de studio definitief tot volwaardig instrument.

6. Caroline, No

Voordat het meesterwerk Pet Sounds in de winkels lag, verscheen ‘Caroline, No’ al als single. Vreemd genoeg niet toegeschreven aan de Beach Boys, maar aan Brian Wilson, die er feitelijk dus zijn solodebuut mee maakte. De ballad (‘De mooiste die ik ooit heb gezongen’, aldus de componist) zou zijn geïnspireerd door het verhaal van een ex van tekstschrijver Tony Asher die naar New York vertrok en daar haar lange lokken afknipte. Asher had de titel bedoeld als ‘Carol, I Know’, maar Brian verstond het verkeerd. Nadat het misverstand uit de wereld was geholpen, besloten ze het toch maar te houden op ‘Caroline, No’.

Op Pet Sounds is het het slotlied. Aan het eind zijn twee honden en een trein te horen. Wil je per se een keer een moeilijke popquiz winnen? De honden waren van Brian en heetten Banana en Louie; de trein was van het type “The Owl”, die op het moment van opname langs Edison, Californië reed.

7. God Only Knows

‘Het beste liedje ooit geschreven,’ zei David Bowie in de jaren tachtig, toen hij een cover van ‘God Only Knows’ opnam. Natuurlijk háálde zijn versie het niet bij het origineel, eveneens afkomstig van Pet Sounds. Door de schijnbare eenvoud treft de song doel: directer kunnen de dingen niet gezegd worden. Schitterend gezongen door broer Brians broer Carl.

8. Hang On To Your Ego

Dat ‘I Know There’s An Answer’ van Pet Sounds eerst ‘Hang On To Your Ego’ had geheten, leerde ik van de eerste cd onder eigen naam van Pixies-zanger Frank Black, die verscheen in 1993. Erg veel meer weet ik me niet van die solo-carrière te herinneren, maar dit terzijde. De oorspronkelijke titel refereert aan gebruik van LSD, waarmee Brian toen experimenteerde. Het nummer zou zelfs zijn geschreven tijdens een trip. De behoudende elementen in de Beach Boys waren tegen. Mike Love: ‘Het drugsjargon uit de tijd wilde laten geloven dat doses LSD je ego zouden verbrijzelen, alsof dat een positief iets was… Ik was niet geïnteresseerd in het nemen van acid of vaarwel zeggen van mijn ego.’ Al Jardine: ‘Om eerlijk te zijn, ik geloof niet dat we wisten wat dat was: een ego…’

Brian paste titel en tekst aan.

9. Good Vibrations

Na Pet Sounds wilde Brian Wilson geen popliedjes meer schrijven. Nee, hij gokte hoger. Hij noemde het: a teenage symphony to God. Met rampzalig resultaat. Althans, in menselijk opzicht. Wilson vertilde zich en werd nooit meer dezelfde. En opvolger Smile werd de beste nooit verschenen plaat uit de popgeschiedenis. Ook al is-ie nu wel officieel uitgekomen, eerst in een live-uitvoering van Brian en daarna in een studio-versie vergezeld van alle outtakes die je maar kunt dromen, toch zullen we nooit weten wat de impact van de elpee zou zijn geweest in het midden van de jaren zestig.

Wat we wel weten: ‘Good Vibrations’ komt angstvallig dicht in de buurt bij die teenage symphony to God. Bedoeld voor Smile, oorspronkelijk verschenen op Smiley Smile – geen meesterwerk.

10. Vegetables

Het is bekend dat Brian Wilson tot grote hoogten steeg met Pet Sounds nadat hij Rubber Soul van de Beatles had gehoord. Op zijn beurt kwam Paul McCartney weer tot Sgt. Pepper nadat hij Pet Sounds had beluisterd, ook dat is bekend. Nog veel bekender is het feit dat Brian met Smile alles en iedereen voor altijd wilde alles overtreffen, met noodlottige gevolgen. Maar oorlog was het niet tussen beide kampen. Want wie ‘speelt’ hier, op het even olijke als aanstekelijke ‘Vegetables’, een outtake van Smile die in een versimpelde versie op Smiley Smile terechtkwam, een goed getimede ritmepartij op bleekselderij? Niemand minder dan McCartney. De enige keer dat de Beatles en de Beach Boys op muzikale wijze zijn samengekomen, was voor een lofzang op… groenten. Pophistorie!

11. Friends

En ze zingen dus: ‘We’ve been friends now for so many years. We’ve been together through the good times and the tears.’ Wie maar een klein beetje de geschiedenis van de Beach Boys kent, weet dat ‘Friends’ een leugen is. Maar, jeetje, wat een heerlijk weldadig klinkende leugen. ‘Friends’ is een wals. Net twee minuten in het nummer kun je iemand horen niezen.

12. Busy Doin’ Nothing

Bezig zijn met niets doen. Zelden weerspiegelde de klank van een popliedje, een Beach Boys-variant op bossa nova, de inhoud van zijn tekst. ‘Busy Doin’ Nothing’ lijkt haast wel gestemd in de geur van net gemaaid gras.

En dan de tekst, gezongen door Brian die halverwege subtiel wordt bijgestaan door zijn toenmalige vrouw Marilyn. Die tekst dus, waarvan het einde luidt:

And lately I’ve been thinking about a good friend

I’d like to see more of, yeah yeah yeah

I think I’ll make a call

I wrote a number down

But I lost it

So I searched through my pocket book

I couldn’t find it

So I sat and concentrated on the number

And slowly it came to me

So I dialed it

And I let it ring a few times

There was no answer

So I let it ring a little more

Still no answer

So I hung up the telephone

Got some paper and sharpened up a pencil

And wrote a letter to my friend.


Geen hit, wel heerlijk. 

13. I Went To Sleep

Bezig zijn met niets doen deel twee. Onder de twee minuten en geen seconde te kort. Of te lang.

 14. Never Learn Not To Love

Hoogst waarschijnlijk het meest curieuze nummer uit de complete Beach Boys-catalogus. Op de hoes van 20/20 wordt ‘Never Learn Not to Love’ toegeschreven aan Dennis Wilson, die het ook zingt. Maar in werkelijkheid was de basis van het lied afkomstig van een charismatisch beginnend singer-songwriter die in Californië naarstig op jacht was naar een platencontract, veel vrienden in de muziek maakte, maar uiteindelijk iets heel anders vond. Zijn naam: Charles Manson. Voor de kenners van zijn muzikale werk (best een keer het beluisteren waard – wellicht komt het ooit nog van een Perfect Charles Manson): ‘Never Learn Not To Love’ heet bij hem ‘Cease to Exist’.

Mike Love vond het vast geen gezellige titel.

 15. Tears In The Morning

Het is bij het samenstellen van een Perfect Beach Boys niet eenvoudig van Brian Wilson weg te komen. Maar hier doen we het toch, met één van de drie Bruce Johnston-composities die voor deze collectie in aanmerking kwamen. (De andere twee zijn ‘Deirdre’, ook van Sunflower, plus ‘Disney Girls (1957)’, dat een van de betere songs op Surf’s Up is.)

‘Tears In The Morning’ was alleen een hit in Nederland, en dat is een feit waarop ‘we’ trots mogen zijn. Voor het vindingrijke arrangement tekende als gezegd Fransman Michel Colombier. Dat mag ik best nog een keer vermelden, toch Ruud? 

16. This Whole World

‘This Whole World’ van Sunflower uit 1970 is misschien wel Brian Wilsons indrukwekkendste compositie van na Pet Sounds: een kanonnade van stemmen, verpakt in een liedje dat alle kanten uit dreigt te stuiteren, maar het toch nooit doet. Wilson zelf noemt het een ‘spiritueel’ lied: ‘Het was geïnspireerd door mijn liefde voor de wereld, mijn liefde voor mensen.’

17. Cool, Cool Water

Het is aan Lenny Waronker, vader van Atoms For Peace-drummer Joey, te danken dat wij ‘Cool, Cool Water’ überhaupt kunnen horen. Een vroege versie van deze ode aan H2O ontstond uit de asresten van Smile, maar haalde zowel Smiley Smile als Wild Honey niet. Drie jaar later hoorde de muziekindustrie-veteraan Waronker, die heeft gewerkt met uiteenlopend talent van Nancy Sinatra tot Elliott Smith, toevallig de opnamen. Hij overtuigde Brian ‘Cool, Cool Water’ af te maken, wat een van zijn laatste zwierige song cycles voor de Beach Boys zou worden.

Lenny Waronker liet zich in die tijd ontvallen: ‘Als ik ooit de kans krijg om Brian te produceren, zal ik hem aanmoedigen om met iets te komen dat de levendigheid van ‘Good Vibrations’ combineert met de niet-commerciële zachtheid van ‘Cool, Cool Water’. Hij hield woord. Het mede door Waronker geproduceerde titelloze solo-debuut van Brian Wilson uit 1988 bevat een moedige poging in de richting: het uit zes segmenten bestaande, acht minuten durende ‘Rio Grande’.

18. Surf’s Up

‘Surf’s Up’ was bedoeld als het centrale midden van Smile, maar verscheen pas vijf jaar later. Met grote delen van de oorspronkelijke opnamen, maar ook veel nieuwe. Broer Carl, die deze ‘Surf’s Up’ ook produceerde, zingt het eerste deel. De lead in het slot is van Al Jardine. De tekst kwam van Van Dyke Parks, die alle stukken muziek uit de Smile-periode van woorden heeft voorzien. Dit overigens tot het chagrijn van velen. Die teksten waren niet te begrijpen, stelden zij. Ook ik moet bekennen dat ik nog steeds niet weet wat het betekent, een zinsnede als: columnated ruins domino. Maar het heeft mij niet in de weg gestaan ‘Surf’s Up’ prachtig te vinden, nadat ik eind jaren tachtig een tweedehands exemplaar van de gelijknamige elpee op de kop had getikt.

Misschien nog mooier, want naakter, is de versie die Brian in november 1966 vertolkte voor de camera’s van een CBS-show, nota bene gepresenteerd door Leonard Bernstein.

19. Sail On, Sailor

Hilarisch natuurlijk, dat verhaal van  ‘Holland’. De Beach Boys die besluiten een plaat op te nemen in… Baambrugge. Maar eenmaal terug in Amerika wilde de platenmaatschappij de elpee niet uitbrengen. Reden: geen hitsingle. Van Dyke Parks wist raad. Hij had nog een oude song liggen die hij samen had geschreven met Brian Wilson (die pas na drie mislukte pogingen een vliegtuig te halen naar Nederland vertrok en weinig tot niets aan de plaat bijdroeg). Eerst zou Dennis het zingen, daarna Carl, maar de keuze viel uiteindelijk op Ricky Fataar, de Zuid-Afrikaanse drummer die met Blondie Chaplin – al jaren een parttime Rolling Stone – kort deel uitmaakte van de Beach Boys.

Brian Wilson is zelfs helemaal niet te horen op het prettig stuwende nummer. Stuwend, of dan toch een beetje zoals een stoomboot vaart – veronderstel ik tenminste. (Parks zou later verklaren dat het genie van de Beach Boys ook in eerste instantie bar weinig aan ‘Sail On, Sailor’ had bijgedragen. Maar goed…)

20. Johnny Carson

The Beach Boys Love You uit 1977 had de grote terugkeer van het genie Brian Wilson moeten betekenen, maar werd het – in commercieel opzicht – absoluut niet. Toch zou de levendige verzameling onaffe muziekjes (alsof een kleuter wat te driftig met zijn eerste Casio in de weer is geweest) een heel leger beroemde fans aantrekken. Love You is mijn meest gedraaide BB-plaat van de afgelopen jaren. ‘Johnny Carson’ is een, eeeh, lofzang op tv-host Johnny Carson.

21. I Wanna Pick You Up

Nog een nummer van diezelfde elpee, geschreven door Brian maar gezongen door broer Dennis, de enige Beach Boy die kon surfen en die, hoe ironisch, in december 1983 verdronk. Check zijn geweldige soloplaat Pacific Ocean Blue. Dennis, ooit de drummer van de band, had de reputatie van Playboy, maar het tedere ‘I Wanna Pick You Up’ gaat niet over het zoveelste schatje, maar over een echte baby: Pat pat pat pat pat her on her butt/ She’s going to sleep/ Little baby go to sleep…

Of ik moet me heel erg vergissen.

22. Til’ I Die

Het slotakkoord. Tegen de tijd dat ‘Surf’s Up’ (1971) verscheen, stond Brian Wilson allang niet meer aan het roer van de Beach Boys. Er was, zoals vaak in die tijd, veel onenigheid over zijn bijdragen aan de plaat. De andere Beach Boys waren niet erg gelukkig met ”Till I Die’. Te triest, oordeelden zij. Maar gelukkig won Brian dit gevecht. Het subtiele nummer, met prachtig vocaal arrangement, drukt vrij specifiek zijn belevingswereld uit.  ‘I’m a cork on the ocean/ Floating over the raging sea/ How deep is the ocean? ’ Om er met benepen stemmetje op te laten volgen:  ‘I lost my way. Hey hey hey. Het is een van de weinige teksten die Brian Wilson bij de Beach Boys zelf schreef .’David Kleijwegt