Perfect Arty Afro
We stelden nog voor aan Guuzbourg om deze compi Perfect If You Like Vampire Weekend te noemen. Maar wellicht zou dat te veel Vampire-Weekend-is-zeg-maar-echt-mijn-ding worden. Dus werd het wat het al was: Perfect Arty Afro. Mét fijne bijsluiter. Enjoy!
Liner notes:
“Instinctively, when you feel you’re getting bored of a certain kind of rock guitar vibe, even if you don’t have a problem with it, you want to do something else.”
Vampire Weekend-voorman Ezra Koenig zei het vorig jaar in een interview, maar het had eind jaren ’70 ook uit de mond van David Byrne kunnen komen. De achtergronden en beweegredenen van Vampire Weekend en Yeasayer, de belangrijkste exponenenten van wat ik maar arty afro ben gaan noemen, en de voorwaarden waarop hun bijzondere muziek tot stand is gekomen, verschillen niet heel veel van die van voorlopers als Talking Heads of Allez Allez. Sleutelwoorden zijn kunstacademie, beschikbaarheid van exotische muziek, experimenteerdrift en popgevoel. Want niemand kan toch met droge ogen beweren dat Cape Cod Kwassa Kwassa géén ontzettend pakkend nummer is.
Brian Eno en Malcolm McLaren zijn van groot belang geweest in de drang om Afrikaanse invloeden te mengen met blanke rock: de eerste liet David Byrne en andere Talking Heads-leden luisteren naar platen van onder meer King Sunny Adé en Fela Kuti, de oppergoden van de highlife en afrobeat. Malcolm McLaren kwam in Parijs in aanraking met de oorlogsdrums van volkeren uit Congo, en liet daar aanstekelijke popliedjes van conceptbands als Adam & the Ants en Bow Wow Wow op drijven. Op het Europese continent lieten multiculturele bands als Allez Allez, Lavvi Ebbel (België) en Ga Ga (Nederland, met leden die later Urban Dance Squad zouden oprichten) zich inspireren door ineens beschikbare albums van Afrikaanse bands (Ju Ju Music van King Sunny Adé dook begin jaren ’80 op in vele, vele jaarlijstjes) en bezochten concerten van hun nieuwe helden – die vaak al járen bezig waren. Het hier geselecteerde Syncro System van King Sunny Adé stamt al uit de jaren ’70, en duurt in de eerst opgenomen versie liefst 18 minuten. Paul Simon maakte van de afro-fusie een commercieel en artistiek succes eind jaren tachtig, maar daarna ebde de belangstelling weg: de Afrikaanse voorbeelden raakten over hun creatieve hoogtepunt heen (of kwamen te overlijden, zoals Fela), elektronica raakte meer in zwang. En grunge, natuurlijk. Dé reden waarom Vampire Weekend’s Ezra Koenig eens naar wat exotischers wilde luisteren.Maar nu labels als Soundway en Crammed even opwindende als obscure muziek uit Nigeria, Ghana en Congo bovenhalen en beschikbaar maken, Jimi Tenor samenwerkt met Ethio-jazzheld Mulatu Astatke, Fela een musical krijgt op Broadway en Baraka Som Sistema zelfs Angolese muziek hip kan maken, steken weer nieuwe arty afrobands de kop op. Zoals Local Natives (die Talking Heads coveren), het geweldige Fool’s Gold (die in het Hebreeuws zingen) en natuurlijk ‘onze jongens’ van Moss. Nu Peter Gabriel (die in de jaren ’80 ook heel wat lansen heeft gebroken voor Afrikaanse muziek) heel postmodern Vampire Weekend’s Cape Cod Kwassa Kwassa covert, is de globe weer rond. – Guuzbourg