Het begon met een bericht in de NRC dat 1994 het allerbeste muziekjaar ever-ooit was. De Perfect die onze Norbert vervolgens maakte toont inderdaad onomstotelijk aan dat dit een geweldig jaar was. Maar, was het ‘t überbeste muziekjaar? Er waren er genoeg die daar aan twijfelden. Gelukkig voor ons. Want dit betekent het begin van een geweldige nieuwe serie, Perfect 19xx. Dave von Raven, bijvoorbeeld, vond 1967 het beste jaar dat onze oren is overkomen. En als je luistert ga je toch twijfelen over 1994…op z’n minst.

Enjoy!

Liner notes:

Spotify biedt helaas nog niet de mogelijkheid om naar de Beatles te luisteren. Of bieden de Beatles Spotify de mogelijkheid niet? Het laatste zal het geval zijn. Jammer, want als er één band in deze Perfect ruim vertegenwoordigd zou moeten zijn, zijn het de Beatles; zij luidden immers met Sgt. Pepper’s Loney Hearts Club Band een nieuw tijdperk in. Op een hele fijne manier, namelijk via de voorloper Revolver, in mijn ogen de beste Beatles lp. Maar er is godzijdank nog zoveel ander moois gemaakt in dat bewuste jaar, 1967. Het ene plaatje belangrijker en invloedrijker dan het ander, doch allemaal met hetzelfde enthousiasme, een wierokerige nasmaak of zomerse weerklank die je zelfs op een druilerige dag als vandaag doet besluiten met een trip in het park te gaan zitten.

My Friend Jack – The Smoke

My Friend Jack van het Engelse The Smoke werd door de BBC van de radio verbannen. Het kon de band weinig schelen, want in Duitsland was My Friend Jack al een hit. Daar kregen ze dan ook de kans om een hele elpee op te nemen die ZWAAR de moeite waard is.

The Games We Play – The Hollies

De psychedelische hoes van Evolution, een album van The Holliesuit 1967, werd ontworpen door het Nederlandse kunstenaarsstel The Fool. De hoes is ongeveer tienduizend keer zweveriger dan de plaat zelf. Er is op sommige punten wel geprobeerd om een truffelmayonaise over de poppy songs te gooien, maar dat leidt alleen maar af eigenlijk. Neemt niet weg dat dit een uitstekende pop-elpee is. De afsluiter “The Games We Play” is een kraker van heb-ik-jou-daar.

Looking Glass Alice – The Bunch

Looking Glass Alice van The Bunch (Spotify laat met “A Bunch” de bandnaam verkeerd zien) was een B-kantje van het nummer Spare a Shilling. Gezelligheid op deze CBS single met woorden als “high” waarvan de Engelse radio waarschijnlijk weer een rolberoerte kreeg.

New York Mining Disaster 1941 – Bee Gees

Hoewel er altijd naar gedaan wordt over de broertjes Gibb, hebben de Bee Gees toch een hele zooi uitstekende nummers gemaakt; soms iets teveel geïnspireerd door hun voorbeelden, maar in veel gevallen gewoon hele mooie popsongs zoals New York Mining Disaster 1941, niet normaal hoe goed dit is. The Kinks knallen ze meteen weer over hoop met het uitstekende “David Watts”, de opener van hun fantastische elpee Something Else uit, jawel, 1967. Die kun je dus ook meteen gaan bestellen. The Brentwoods waren, als ik het me goed herinner, een getrouwd stel uit de buurt van Texas. Het nummer werd geproduceerd door Norman Petty, de vroegere manager van Buddy Holly. Gedurende de jaren ’60 was het komen en gaan van surfgroepen (1961-1964), beat,- en garagegroepen (1965-1966) en psychedelische bands (1967-1969). Er zijn drie mooie verzamel-ceedees uitgekomen waarop dit materiaal is samengbracht. De moeite waard ook.

Get Me To The World On Time is de tweede single van de door producer David Hassinger in-mekaar-geflanste band The Electric Prunes; ook de psychdelica moest haar eigen Monkees hebben, helemaal in Amerikaanse traditie. Maar wat een goed nummer. Een stem als een ijzerzaag in de gedaante van Justin Bieber. Onze eigenBoudewijn de Groot vatte in 1967 samen met tekstschrijver Lennaert Nijgh het idee op “een album zoals Sgt. Pepper” te maken. En man, man, man, wat slaagden ze hierin. De teksten sluiten allemaal naadloos aan op de muziek en de prachtig kleurige hoes maakt het feest helemaal af. Picknick is het titelnummer van de plaat (1968) maar werd al in 1967 als single uitgegeven. Gelukkig, anders zaten we er nou mooi naast.

Paul Simon had heel wat te maken met het Amerikaanse The Cyrkle. Hij schreef nummers voor ze en, als ik de verhalen moet geloven, werd het album Neon ook door hem geproduceerd, onder het pseudoniem van Joe Simon weliswaar. Sitars erbij, het kan weer niet op. Close-harmony die alle andere close-harmony meer dan overbodig maakt.

Engelse Bubblegum-groep Herman’s Hermits (speciaal uitgevonden voor meisjes die niet naar echte bands mochten luisteren) maakten in ’67 toch nog een aardige elpee, Blaze getiteld. Last Bus Home vind ik persoonlijk een heel mooi en héél Engels nummer over het wachten op de laatste bus, had zo van The Kinks kunnen zijn.

Talk Me Down van The Bonniwell Music Machine is ruige en gehaaide psychedelica. Sean Bonniwell heeft de strot waar Jim Morrisson alleen maar van kan dromen en de band is meer dan goed op mekaar ingespeeld. Voor de tamboerijn in de break kun je me altijd wakker maken.

The Parade had een klein hitje met het Sunshine-pop nummertje Sunshine Girl. Sommige mensen krijgen er uitslag van; dezelfde uitslag die mensen krijgen bij het luisteren naar de Carpenters. Ik ben er zelf niet allergisch voor, maar ik kan het me indenken. De B-kant van Sunshine Girl, This Old Melody is een fraai sferisch stukje muziek over iemand die geen liedjes kan schrijven. Koplopers in de trippy muziek is toch wel The Pink Floyd, uiteraard in de Syd Barrett periode. Van Arnold Layne krijg ik nog steeds kippenvel. Dat je zo’n mooi nummer kan maken over een man die vrouwenondergoed van de waslijnen jat, om het vervolgens thuis voor de spiegel aan te trekken. Arnold Layne, don’t do it again! Spotify vermeld als bandnaam 60s Rock Heroes op deze instrumentale versie van Eleanor Rigby, maar daar is niks van waar. Het is een versie die, als ik het zo hoor, uit 66 of ’67 komt. Ik heb geen idee om welk orkest het hier gaat, maar op deze manier laten we 1967 toch nog een beetje met de Beatles achter. Wij wensen u allen een zalig 1968.