Hier zijn wij dus een sukkel voor. Deze tunes, deze sound en dit soort verhalen achter een band…Perfect Prefab Sprout, powered by Guuzbourg.

Enjoy!

Liner notes:
Ik zal ’t u maar eerlijk zeggen: deze Perfects-aflevering kostte een hoop moeite. Prefab Sprout was een geweldige band. Hun tweede plaat ‘Steve McQueen’ (of ‘Two Wheels Good’ als u ‘m in Amerika kocht, de erven McQueen waren niet gecharmeerd van de albumtitel) was en is geniaal. Briljant. Perfect. Een Perfect Prefab Sprout zou kunnen volstaan met dat hele album uit 1985.
Ik las een heel fijn stuk op Stylus waarin overtuigend wordt bewezen dat ‘Steve McQueen’ een conceptplaat over man-zijn is. Maar dan subtiel, zonder spierballengerol. Liedjes over vreemdgaan en je daar lullig over voelen (Horsin’ Around), over vluchten in vluchtige sex in plaats van toegeven dat je hart is gebroken (When Love Breaks Down), over vader-zoon-relaties (Appetite). Gegoten in meesterlijke melodieën en briljante teksten: ‘The term “well-crafted” might just have been invented for this record.’
De catalogus van Prefab Sprout (de bandnaam is een knipoog naar gekke 70s-bandnamen als Moby Grape en Tyrannosaurus Rex) voor en na Steve McQueen is het best te typeren als instabiel. McAloon is een ambachtsman bij wie geen echt slecht liedje uit de pen komt, maar ook iemand die (denk ik) is gaan geloven in alle loftuitingen die over hem werden uitgestort en de lat voor zichzelf zo hoog legde dat hij continu op zijn tenen moest gaan staan om erbij te kunnen.
‘Jordan, The Comeback’ uit 1990 is een grandioze mislukking, een soort muzikale spierverrekking. Een ode aan het perfect popliedje die vol moest staan met perfecte popliedjes, en daar (vind ik) niet in slaagde.
Na de sentimentele dweil die ‘Andromeda Heights’ is, kon McAloon zelfs springend de lat niet meer halen die hij zelf had neergelegd. De op vele plekken geprezen comebackplaat Crimson/Red (2013) is overduidelijk het werk van een man (die nu sprekend op een ZZ Top-bandlid lijkt) die het kunstje nog wel beheerst, maar eigenlijk niet zoveel meer te vertellen heeft.  Vind ik. Denk ik. Maar het is niet plezierig om dat te moeten constateren.  Want laat ik het nog maar even herhalen: Steve McQueen is een fan tas ti sche plaat, zo eentje voor de eeuwigheid. Er zit dertig jaar na dato nog geen krasje op.
Je hoeft geen lampje aan te steken om op de andere platen van PS briljantjes tegen te komen. Als Wendy er maar op meezingt. Wendy is Wendy Smith, achtergrondzangeres en ex-vriendin van McAloon (het verhaal ging dat ze haar maagdelijkheid had verloren op de motor die op de hoes van Steve McQueen staat), die zeer, zeer zelden op de voorgrond trad. Kwam nog bij dat producer Thomas Dolby haar vocalen te lijf ging met filters en andere studiotrucs, waardoor haar rol nog dienender werd. Ze siert de hoes van plank-plaat ‘Protest Songs’, die in de slipstream van ‘Steve McQueen’ werd opgenomen maar pas later werd uitgebracht en toen tussen wal en schip viel. Typisch.
Zonder die hoge, zoete, troostende en tegelijk erotische stem van Smith wordt een Prefab-liedje ‘gewoon een goed liedje’. Haar stem is de suiker, de truffel, de arganolie, het geheime ingrediënt. Op ‘Talking Scarlet’ krijgt die zomaar ineens de ruimte, het volle licht. Alsof er een sluier wordt weggetrokken, een kamerscherm omvalt. Ooh baby. Waarom heb je nooit een soloplaat gemaakt, Wendy, bij voorkeur met een Franse producer?
Terzijde: het is geen foutje dat er een nummer gezongen door Cher op deze Perfect PS staat. Het nummer is geschreven door McAloon en ook door de Sprouts opgenomen. Maar deze versie is overtuigender, Cher komt wèl weg met dat parlando.
Perfectie heeft een prijs. Dat is een mooi motto voor deze Perfect-editie.
– Guuzbourg