Het is Bowie. Het is XL. En Roy Santiago maakt ‘m. Alle ingrediënten voor een classic Perfect dus.

Enjoy!

Liner notes:

Als je van plan bent om deze week eindelijk eens te gaan zitten voor de nieuwe releases van deze maand, of aan de nieuwe afleveringen van Fargo; fuggedaboutit! Je bent hier namelijk de bijsluiter aan het lezen van de EXTRA LARGE Perfect David Bowie. Op deze verzamelaar staan pak ‘m beet 45 nummers, die heen en weer slingeren tussen de allereerste pareltjes uit de tijd dat David Bowie nog een klein Davy Robert Jonesje was en de latere jaren. En al het moois ertussenin. Dat krijg je allemaal niet verpakt in een normale Perfect van rond de 20 tracks.

Natuurlijk is deze Perfect behoorlijk subjectief. Ik heb geprobeerd om een verzamelaar te maken die voor iedereen leuk is: voor de kenner én voor de niet-zo-kenner. Maar Bowie’s oeuvre is zo XL dat je als vanzelfsprekend dingen gaat missen. Waar is Rebel Rebel? Waar hangt Brian Eno uit? Waar vind ik Bowie’s uitstapje Tin Machine? Dat zal ik je vertellen.

Rebel Rebel is weliswaar een enorme hit geweest, maar eigenlijk is het best wel een zeiknummer. Het gaat maar door man. Totdat je het nummer hoort waar het thuishoort: halverwege het album Diamond Dogs. Heb ik al gezegd dat de verzamelaar behoorlijk subjectief is? Ah mooi zo, want we zijn nog niet klaar. Brian Eno vind je hier niet veel omdat de kanten B van Heroes en Low niet bepaald instapmateriaal zijn. Ik ga in mijn vrije tijd ook niet naar een ontdooiende vrieskist combi Tsjechisch antwoordapparaat zitten luisteren. En dan Tin Machine. Zucht, Tin Machine. Eigenlijk vind je in dit uitstapje juist de kracht van Bowie. Let op. Hoeveel blanke, getoupeerde zangers ken jij die wegkomen met het dragen van gele pakken? Hoeveel zangers ken jij die een nummer kunnen beginnen met de tekst ‘I’m an alligator!!!!’, waarna je nog steeds denkt: ‘Ik wil baby’s van die man’, ongeacht of je een jongen of een meisje bent? Precies. Het is zelfs zo, en dan ben je echt een hele grote, dat David Bowie het kon maken om zichzelf te laten fotograferen met zo’n gitaar zonder stemknoppen. Zo’n gitaar waar alle seks uit is gesloopt, waarvan alle cool als het ware is afgehakt. David Bowie had zoiets van ‘dat zullen we nog weleens zien’. En verrek, het stond hem nog ook. Maar 30 jaar later op Roy Santiago’s Bowie-verzamelaar verschijnen kan Tin Machine dus mooi vergeten.

Maar wees niet bang, er is hier genoeg moois te vinden. Bowie met een diamant op zijn voorhoofd. Soul Bowie. Bowie die op zijn 55ste een cover opneemt van The Pixies en halverwege een koortje ‘D! A! V! I! D!’ laat scanderen. Bowie die niet meer door een deurpost past tenzij hij zijn colbert uitdoet. Bowie die eerlijk uitkomt voor zijn cokeverslaving (‘It’s not the side-effect of the cocaine/i’m thinking that it must be love’). Bowie als invloed op de Britpop-generatie. Bowie samen met Freddy. Bowie zoals hij klonk op mijn vader’s crematie. Bowie zoals hij klonk op mijn bruiloft. Want zo subjectief is deze verzamelaar dus. Maar daar zal je geen last van ondervinden. Bowie’s muziek is zo divers, er is voor ieder wat wils.